De bijzondere collectie van Michael Milo
“Ja, ik heb wel een boodschap denk ik. Juridische analyses kunnen tegenwoordig alleraardigst zijn, maar soms wordt er net gedaan alsof het Ei van Columbus is ontdekt. Maar als je gaat grasduinen in het verleden, blijkt dat ei al veel vaker te zijn gevonden. Dit laat zien hoe belangrijk rechtsgeschiedenis is!”
Michael Milo is universitair hoofddocent privaatrecht en rechtsgeschiedenis. “Het Nederlandse rechtssysteem is erg gericht op het ‘hier en nu’. De wetgever is de absolute autoriteit - de geschiedenis heeft het nakijken.” Volgens Milo hoeft het recht niet alleen bij de overheid vandaan te komen. Ook de praktijk kan bepalend zijn. “Je moet ook naar informeel recht kijken. Rechtswetenschappers zouden meer de grenzen van hun discipline moeten overstijgen. En het verleden moet niet worden vergeten! Wat dat betreft vind ik het mooi om te zien dat steeds meer studenten geïnteresseerd zijn in rechtsgeschiedenis.”
Milo’s werkkamer aan het Janskerkhof is een prettig zooitje met stapels oude boeken en nog grotere stapels papier; je zou het niet zeggen, maar Milo zit aan zijn bureau. Hij heeft zijn eigen collectie aangelegd, maar komt ook nog veel in de universiteitsbibliotheken: “Alles van vóór 1900 staat daar tegenwoordig echter in de gesloten stelling. Die werken kun je alleen nog maar inzien, niet meenemen. In Maastricht, waar ik eerder werkte, kende ik de bibliothecaris en die wilde nog wel eens zegen ‘ach, jongen, neem maar even mee naar huis’. Dat gaat hier niet zo. Ik koop daarom ook wel veel oude juridische werken zelf. Op veilingen of bij antiquariaten bijvoorbeeld.” Hij lacht: “Of op het Waterlooplein, voor een dubbeltje.”