De werkplek: De sectiezaal van Lineke en Lonneke
“Past het hier in?” Onderzoeksassistent Lonneke IJsseldijk houdt een plastic zakje omhoog en veterinair patholoog Lineke Begeman knikt. Het zakje is voor de maag van een bruinvis. Lonneke en Lineke houden zich bezig met het bruinvissenonderzoek van de Faculteit Diergeneeskunde.
De sectiezaal in het diergeneeskundegebouw aan de Yalelaan 1 is groot en licht. Er worden tegelijkertijd verschillende secties verricht en de aanblik en geur ervan is voor een leek op zijn zachtst gezegd ‘indrukwekkend’. Er wordt bij de Faculteit Diergeneeskunde onderzoek gedaan naar de doodsoorzaak van aangespoelde bruinvissen op de Nederlandse kust. Anders dan de naam doet vermoeden, is de bruinvis geen vis. IJsseldijk: “Die naam is vroeger bedacht door vissers die nog bij alles wat ze in de zee zagen, dachten dat het een vis was. De naam is op twee manieren misleidend: het zijn zoogdieren - met maar liefst vier magen - en ze zijn grijs.”
Begeman: “Deze bruinvis is half augustus aangespoeld en is een tijdje in de diepvries bewaard omdat hij al even overleden was en er dus geen haast was bij een sectie op het dier. Het is het beste als we verse bruinvissen binnenkrijgen, dus bruinvissen die kort voor het aanspoelen of op het strand zijn overleden en vervolgens met spoed naar hier worden gebracht. Van deze dieren kunnen we beter de doodsoorzaak vaststellen. ”IJsseldijk vult aan: “Dit kan trouwens ook ‘s avonds, ‘s nachts en in het weekend zijn. Begeman: “We zijn wat dat betreft erg aangewezen op vrijwilligers van het ‘Strandingsnetwerk’ waaronder EHBZ, de Eerste Hulp Bij Zeehonden van Pieterburen”, Imares en Ecomare. Wat vindt hun omgeving eigenlijk van deze bijzondere baan? IJsseldijk: “Ik had laatst toevallig een keer mijn vader meegenomen toen hier ‘s avonds laat een bruinvis werd gebracht. Hij vond het geweldig. Eenmaal thuis had hij de grootste verhalen!”