De werkplek: De knutselkamer van Arie van Wettum
“Ah, je treft het! Er is net vannacht een aardbeving geweest in de Filipijnen.” Arie van Wettum is elektronicus en al sinds 1981 betrokken bij het seismologisch onderzoek van de faculteit Geowetenschappen.
We zitten in zijn kamer in De Uithof en kijken op zijn computerscherm. Op het scherm dansen talloze lijntjes, met op een bepaald moment een heleboel uitschieters: “Kijk, hier kunnen we live de metingen volgen van de seismograaf die in de Botanische Tuinen staat. Afgelopen nacht rond 00.25 uur kwamen hier de golven aan die een kwartier eerder waren ‘vertrokken’ van de Filipijnen. Het apparaat is extreem gevoelig afgesteld: wij vangen golven op van een beving die helemaal aan de andere kant van de wereld heeft plaatsgevonden.”
“Mijn taak is het aanleveren van hapklare data, waarmee de promovendi van het seismologisch instituut hun onderzoek kunnen doen. Ik ben dus verantwoordelijk voor het hele proces dat voorafgaat aan de metingen: het ontwikkelen van de software, het in elkaar knutselen van de apparaten en het plaatsen ervan op de gewenste plek. Dat kan trouwens overal ter wereld zijn.” Momenteel is Van Wettum bezig met het plaatsen van 22 seismografen in Botswana en dat is nog niet zo simpel als het lijkt: “Goed zichtbaar en zonder bewaking ben je het zo kwijt. En daar komt bij: als je er niet vol bovenop zit, gebeurt er gewoon niets. Het is echt heel bijzonder om die andere ‘werkcultuur’ mee te maken.” Ook de contacten met het land waar de seismografen moeten komen, verloopt niet altijd even soepel: “We hebben er eens een stuk of veertien rond de Golf van Mexico gehad. Die dingen invoeren en - na vier jaar - uitvoeren was niet zo simpel. Ik weet niet hoe het uiteindelijk is gelukt, maar we hebben ze terug gekregen.”
Het is dus in ieder geval geen saai werk: “Volgende maand gaan we weer naar Botswana om te kijken hoe ver ze daar zijn met nieuwe stations. We gaan met z’n tweeën en we moeten dan ook een aantal nieuwe kleine apparaatjes het land in zien te krijgen. We moeten nog even bedenken hoe we dat gaan doen, want hoewel de onderzoeksinstellingen ze het liefst zo snel mogelijk hebben, denkt de overheid van dat soort landen er vaak wat anders over."