De monumentale werkplek van Koen Ottenheym

“Als kind was ik helemaal gek op kastelen, paleizen en kathedralen. Als ik op vakantie was deed ik niets liever dan kastelen bezoeken.” Koen Ottenheym is al twintig jaar hoogleraar architectuurgeschiedenis.

Hij doet onderzoek naar de mechanismen achter ‘architectuurtransfer’ tussen 1500-1700. “Het is de vraag hoe het werk van Nederlandse bouwmeesters in andere landen terechtkwam. Je had Nederlanders die naar het buitenland gingen, maar ook buitenlanders die speciaal naar Amsterdam kwamen om hier de fijne kneepjes van het bouwvak te leren. Denk aan de bouwmeesters van Tsaar Peter de Grote; die moesten in Nederland leren hoe ze met de drassige grond van Sint Petersburg om moesten gaan.”
Ottenheyms werkkamer bevindt zich in het pand van Drift 6: een rijksmonument. Het departement Kunstgeschiedenis is ongeveer een half jaar geleden overgegaan naar het volledig verbouwde en gerenoveerde pand. Over de architectuur van zijn nieuwe plek is Ottenheym niet echt te spreken: “Het is mooi gedaan hoor, werkelijk, maar over de functie is niet echt nagedacht. Ik heb geluk, ik heb tenminste nog een kamer. De meesten zitten op de gang. Je kunt daar gewoon niet werken. Teveel lawaai. Er werkt hier zelfs iemand in het trapgat! Dat mensen vervolgens thuis gaan werken is niet meer dan logisch. Het ‘indikken’ an sich vind ik overigens niet verkeerd. Liever dat, dan een grote eigen kamer en geen collega’s.” 
De vraag die dan nog rest: woont hij zelf eigenlijk in een architectonisch hoogstandje? “Nee hoor, een heel gewoon Utrechts woonhuis, oud, gebouwd rond 1900. Met van die boogjes. Een beetje truttig, maar wel gezellig.”