De eerste werkdag van Maarten Goos
Hoogleraar Economie & Instituties Maarten Goos heeft op 1 september zijn werkkamer ingenomen in de Hall die genoemd is naar de eerste econoom Adam Smith. Dat inspireert hem bij zijn onderzoek.
Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben hoogleraar Economie & Instituties. Mijn leerstoel is een ‘designated chair’ binnen het strategische onderzoeksthema Institutions for Open Societies die is ondergebracht bij de Utrecht University School of Economics (U.S.E.).
Ik ben gepromoveerd aan de London School of Economics (LSE) en werkte bij Princeton University, het Centre for Economic Performance van LSE, University College London, Fudan University in Shanghai, Erasmus Universiteit Rotterdam en de KU Leuven. Momenteel werk ik samen met o.a. de International Labor Organization, de Europese Commissie en de Asian Development Bank.
Mijn onderzoek richt zich op het spanningsveld tussen technologie en samenleving met een focus op de arbeidsmarkt, waaronder banenpolarisatie en ongelijkheid als gevolg van digitale innovatie. Hiervoor werk ik nauw samen met wetenschappers uit andere wetenschappelijke disciplines zoals techniek, geneeskunde, biologie, geschiedenis, recht en ethiek alsmede beleidsvormers. Centraal in deze samenwerking staat de vorming van instituties die zorgen voor een krachtig maar rechtvaardig Nederland in dit digitale tijdperk.”
Waar is deze werkplek?
“De foto is genomen in kantoor 2.11A in de Adam Smith Hall van U.S.E. Ze is genomen op 1 september 2015, mijn eerste werkdag op de UU. Daarom mist mijn kantoor nog wat aankleding en zie je een welkomstroos op de achtergrond.”
Wat is er bijzonder aan deze werkplek of aan je onderzoek?
“Mijn werkplek is in de Adam Smith Hall. Adam Smith leefde in de achttiende eeuw en wordt beschouwd als de eerste econoom. Zijn werk blijft een inspiratie voor economen vandaag. Zo buig ik me in mijn onderzoek over de huidige angst in de media dat robots banenpikkers zijn.
Ook in achttiende eeuw bestond er een angst voor technologie en dacht Adam Smith na over de invloed van de Industriële Revolutie op de samenleving. Zijn boodschap was dat technologische ontwikkeling een bron is van economische groei en minder armoede.
Hiermee ging Smith radicaal in tegen het koloniale mercantilisme van zijn tijd (dat koloniale expansie en uitbuiting zag als belangrijkste bron van welvaart) en tegen het Malthusianisme (dat de armoedeval voor een meerderheid van de Britse bevolking onvermijdelijk was). Volgens Smith lag de sleutel tot welvaart en een gelijkere samenleving in de specialisatie van taken tussen mens en machine op de werkplek. Eenzelfde boodschap geldt vandaag voor de invloed van de digitale revolutie op de arbeidsmarkt en onze samenleving. Ik hoop dat Adam Smith Hall een even grote bron van inspiratie mag zijn voor iedereen die U.S.E. bezoekt.”