De estuaria van Lisanne Braat
Lisanne Braat is aio bij het departement Fysische Geografie. Voor haar onderzoek mag ze werken met De Metronoom, een 20 meter lange bak waarin getijdestromingen gesimuleerd kunnen worden. En dat is niet zomaar een bak: “Dit is de enige opstelling ter wereld die op deze manier werkt.”
Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben Lisanne Braat, PhD kandidaat bij het departement Fysische Geografie van de faculteit Geowetenschappen. Mijn onderzoek gaat over het effect van slib op de vorm van estuaria. Estuaria zijn getijsystemen, zoals de Westerschelde, waar kust- en rivierprocessen beide een rol spelen. Mijn onderzoek maakt deel uit van het project “Turning the Tide: dynamiek van geulen en platen in estuaria met zand en slib” begeleid door hoogleraar Maarten Kleinhans.”
“Voor mijn onderzoek simuleer ik geïdealiseerde estuaria in numerieke modellen en in het lab. Daar werk ik altijd samen met een andere PhD kandidaat uit het project, Jasper Leuven. In het lab staat een stroomgoot van 20 bij 3 meter, de Metronoom. Deze opstelling kantelt heen en weer, vergelijkbaar met een metronoom, om getijstroming te simuleren. In onze experimenten variëren we systematisch randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld rivierdebiet, getij-amplitude of sedimenttoevoer, om daarvan de effecten te bestuderen op de vorm en dynamiek van het estuarium. Op het moment experimenteren we nog met zandige estuaria, maar in de toekomst gaan we ook kijken naar slib en vegetatie.”
Waar is deze werkplek?
“De Metronoom is te vinden in de Uithof, op de Yalelaan 7. Dit is een garage van Diergeneeskunde die wij deels afhuren tot het Earth Simulation Lab klaar is. Dan moet de hele opstelling verhuizen.”
Wat is er bijzonder aan dit onderzoek?
“Door de opstelling met een periode van ongeveer een halve minuut enkele centimeters continu te kantelen, kunnen we in een korte tijd vele getijdecycli van eb- en vloedstroming nabootsen. Dit is de enige opstelling ter wereld die op deze manier werkt. Voorheen waren er veel schaalproblemen in getij-experimenten, doordat stroomsnelheden door waterstandvariaties niet groot genoeg werden om zand te transporteren. Bij rivierexperimenten wordt dit probleem verholpen door de helling te vergroten, maar bij getij-experimenten stimuleer je dan alleen de ebstroming, vandaar het kantelen. Zo kunnen we hetzelfde principe van rivierexperimenten toepassen voor eb én vloed.”
Wil je meer informatie over de metronoom kijk dan op www.uu.nl/metronome.