De drijvende platformen van Pernille
Pernille van der Plank promoveerde begin september op onderzoek naar de wetgeving rondom drijvende platformen. Op zo'n platform zou je op zee kantoren of huizen kunnen bouwen. Maar dan moet je wel duidelijk zijn wat de juridische status van drijvende platformen is.
Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben Pernille van der Plank, universitair docent bij het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht.”
Waar is deze plek?
“Deze trap is in het begin van de gang tussen het voor- en achterhuis van ons prachtige pand aan het Janskerkhof 12.”
Wat is er bijzonder aan je onderzoek?
“Ik heb op 2 september mijn proefschrift verdedigd. Een hoofdstuk uit mijn proefschrift gaat over drijvende steden. Het is technisch mogelijk om grote, drijvende platformen te bouwen waarop we meerdere huizen, kantoorpanden en bijvoorbeeld openbare ruimte kunnen ontwikkelen. Deze platformen zouden we in binnenwater kunnen plaatsen of op zee, om zo nieuwe leefruimte te creëren en bijvoorbeeld bestaande steden uit te breiden. Ons wetboek is echter niet ingericht op deze drijvende platformen. Het is (juridisch) wel mogelijk om één woning te hebben op één drijvende bak, maar niet om tot een eigendomsverdeling te komen van meerdere gebouwen op één drijvend platform.
“Zolang er nog veel onduidelijkheid bestaat over de juridische status van drijvende platformen, zullen banken de ontwikkeling ervan niet willen financieren en blijft het toekomstmuziek. Om die reden doe ik onderzoek naar de verschillende mogelijkheden om drijvende steden juridisch vorm te geven.”