Wasmachines en dekbedhoezen
Elke keer gebeurt het weer: je opent de wasmachine en al je was zit in je dekbedhoes gepropt. Onbegrijpelijk toch?
Vraag 7 Je doet een dekbedhoes samen met kleiner wasgoed in de wasmachine. Hoe komt het dat aan het eind van het wasprogramma het kleine wasgoed in de dekbedhoes gedraaid is?
a. Door het heen en weer bewegen van de trommel.
b. Doordat klein wasgoed gevoeliger is voor waterwervels dan groot wasgoed.
c. Door het oppervlakteverschil tussen de dekbedhoes en het kleine wasgoed.
Bron: Nationale Wetenschapsquiz – NWO/VPRO
Het antwoord op vraag 6. Je slaapt met z'n tweeën in een tentje en je hebt twee slaapzakken. Resulteert het aan elkaar ritsen van de slaapzakken in meer of minder ruimte per persoon?
a. Maakt geen verschil.
b. In afzonderlijke slaapzakken heeft ieder de meeste ruimte.
c. In een grote gezamenlijke slaapzak heeft ieder twee keer zoveel plek.
Het juiste antwoord is c, in aan elkaar geritste slaapzakken heb je twee keer zoveel ruimte dan in een afzonderlijke slaapzak. Eén slaapzak is 0,6m breed. De omtrek is dan 2 x 0,6 = 1,2 m. De straal is daarmee 1,2 / (2 x PI) = 0,19m. De oppervlakte, bepalend voor hoeveel ruimte er gemaakt kan worden om te slapen, is daarmee maximaal PI x r x r = 0,11 m2 per persoon. Twee aaneengeritste slaapzakken: De slaapzak is nu 1.2m breed. De omtrek is dan 2 x 1.2 = 2.4m. De straal is daarmee 2.4 / (2 x PI) = 0.38m. De oppervlakte, bepalend voor hoeveel ruimte er gemaakt kan worden, is daarmee PI x r x r = 0.45 m2, dus 0.225 m2 per persoon, dat is twee keer zoveel.