Sierd Cloetingh benoemd als universiteitshoogleraar

Sierd Cloetingh, hoogleraar tektoniek bij Aardwetenschapper en programmadirecteur bij het strategische speerpunt Duurzaamheid, is per 1 november 2014 benoemd tot universiteitshoogleraar.
Hij is daarmee de tiende universiteitshoogleraar van de Universiteit Utrecht. Dit zijn wetenschappers van internationale topkwaliteit met disciplineoverstijgende visie en uitstraling. Een universiteitshoogleraar staat garant voor innovatief onderzoek en onderwijs, en kan hieraan in volledige vrijheid werken. Verder speelt hij een profilerende rol in het academische en maatschappelijke debat. Onder hen onder meer Frits van Oostrom, Gerard ’t Hooft, Herman Philipse, Frans de Waal en Rosi Braidotti.
Cloetingh (1950) is een internationaal vooraanstaande aardwetenschapper, gespecialiseerd in tektoniek, de wetenschap die zich bezighoudt met de opbouw en beweging van de aardkorst. Hij behoort met zijn ruim 300 wetenschappelijke publicaties tot de wereldtop binnen dit vakgebied.
Als hoogleraar begeleidde hij inmiddels meer dan 70 promovendi. Hij is Academiehoogleraar en lid van de KNAW. En als zojuist benoemd vice-president van de European Research Council (ERC) en president van de Academia Europaea (de Europese KNAW) vervult Cloetingh een sleutelrol in de internationale wetenschappelijke wereld.

Cloetingh is editor-in-chief van het internationale, wetenschappelijke tijdschrift Global and Planetary Change en stond aan de basis van het grote Europese aardwetenschappelijke programma TOPO-EUROPE, met 23 deelnemende landen en zestig jonge onderzoekers, promovendi en postdocs.

Voor zijn wetenschappelijke verdiensten ontving Cloetingh vijf internationale eredoctoraten en verschillende onderscheidingen, waaronder in 2005 de Franse onderscheiding Chevalier dans l’Ordre national de la Légion d’Honneur en in 2014 de koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.