Ik ga switchen
Farmaciestudent Ron Bartels loopt stage in een universiteitsziekenhuis in Montréal. Het valt niet mee. Uiteindelijk gaat hij switchen.
Het vinden van een stage vanuit Nederland ging vrij gemakkelijk. Via de website van de Université de Montréal heb ik een aantal professoren met interessante onderzoeken gemaild. Na wat heen-en-weer gemail met één van de professoren en een Skypegesprek was alles geregeld. Ik zou onderzoek gaan doen naar de effectiviteit van Alzheimermedicatie in de kliniek.
Een werkvisumaanvraag, allerlei papierwerk op het gebied van verzekeringen (die zijn hier heilig), de dag voor vertrek een dollemansrit naar mijn geboorteplaats voor een geboorteakte en een trans-Atlantische vlucht verder bleek dat het project toch niet zo geschikt voor mij was. Ik kreeg een ander project, een kantoor waar ik heerlijk alleen kon vertoeven en de mededeling dat ik zes weken mee mocht lopen in het ziekenhuis. Dit laatste was een grote en leuke verrassing.
De weken in het ziekenhuis waren erg leerzaam. Als Nederlandse farmaciestudent kom je in principe niet echt intensief in contact met patiënten in het ziekenhuis. Hier in Canada werken echter ook apothekers op de verschillende afdelingen van ziekenhuizen, zo ook mijn begeleider. Ik heb uiteindelijk drie weken mee mogen lopen op de afdeling Geriatrie. Alles wat ik de afgelopen jaren geleerd en gehoord heb over medicatie kwam hier bij elkaar. Daarnaast vond ik het contact met patiënten en andere zorgverleners ongelooflijk leuk.
Echter, gedurende de eerste weken van mijn stage heeft mijn begeleider meerdere malen herhaald dat ze een ander niveau had verwacht van een masterstudent Farmacie. Ze wijdde dit gelukkig niet aan mij, maar aan het verschil in systemen. Het Bologna verdrag is de boosdoener en Europeanen hebben een andere instelling (bij ons wordt alles maar betaald). Uit navraag bij een studente Farmacie hier in Montréal bleek overigens de onderwerpen die ik (nog) niet beheerste ook in haar opleiding niet aan bod waren gekomen.
Na drie weken in het ziekenhuis en vele diepe zuchten, oogrollen, met als kers op de taart een keer “gesssht” te zijn toen ik wat wilde zegge, vond ik het welletjes. Het alleen moeten werken, wat ik in Nederland ook wel gekund had, de matige begeleiding, het matige project en mijn niet al te goede verstandhouding met mijn begeleider leidden bij mij tot de conclusie dat ik misschien toch maar eens wat anders moest zoeken. Mijn begeleider van de UU steunde mij hier gelukkig volledig in.
Na een stroom uitgaande e-mails naar onderzoeksinstellingen in Montreal wordt mijn inspanning rijkelijk beloond, inmiddels heb ik al één gesprek gehad met een enthousiaste onderzoeker die vijf jaar in Nederland onderzoek heeft gedaan. Hij biedt alles wat ik zoek: een onderzoeksgroep, wekelijkse rapportages en een instelling mij veel te willen leren en enthousiast te maken voor wetenschappelijk onderzoek. Later deze week heb ik nog twee gesprekken, maar het is fijn om al één goede optie achter de hand te hebben. Mijn beslissing om te switchen pakt gelukkig dus goed uit!
Nu eerst maar eens een lang weekendje naar New York City; wat is het leven van een stagiair toch zwaar.