‘Terug naar de klassieke biologie van Darwin’
Darwin kon zich alleen baseren op wat hij met eigen ogen kon zien. Dat hij daarmee op het idee van natuurlijke selectie kwam, is gewoon geniaal En als het aan Jelle Reumer, hoogleraar Paleontologie in Utrecht en directeur van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam, ligt zou het gedachtegoed gekoesterd moeten worden. De klassieke biologie raakt steeds verder ondergesneeuwd en wegbezuinigd, terwijl de basale taxonomie, de systematiek en de ecologie het fundament zijn onder de biologische kennis. Reumer is op 19 april de derde spreker in de Studium Generale reeks Kennis voor de Toekomst.
Waarom heeft u voor deze held gekozen?
Bijna alles aan Darwin is contra-intuïtief. Het was zo’n typische rijke aristocraat die niet hoefde te werken voor zijn geld. Als jongen was hij een absolute niksnut, voerde geen bal uit op school. Bizar dat zo iemand dan toch één van de grootste genieën van de negentiende eeuw kan worden.
Als je kijkt naar zijn reis met de Beagle, lijkt Darwin een dynamisch type dat de wereld wil ontdekken. Maar nadat hij was getrouwd, heeft hij zich teruggetrokken op het platteland en geen vin meer verroerd. Tegenwoordig moet je als wetenschapper naar congressen, seminars, liefst een paar maanden in Amerika werken. Dat deed Darwin allemaal niet. Hij zat gewoon in zijn landhuis met vrouw, tien kinderen en personeel en kwam amper meer de deur uit.
Toch heeft hij daar, met duizelingwekkend gebrek aan kennis, The Origin Of Species geschreven. Van genetica wisten ze in die tijd nog niks. Darwin had alleen de dingen die hij met eigen ogen kon zien. Dat hij daarmee op het idee van natuurlijke selectie kwam is gewoon geniaal.
Wat is er nu nog over van de ideeën van uw held?
Ondanks dat we nu veel meer kennis hebben, is het basisidee van de natuurlijke selectie nog steeds actueel. Het is het fundament van de biologie. Zoals evolutiobioloog Dobzhansky zei: ‘Nothing in biology makes sense, except in the light of evolution.’
Als je de lijn doortrekt naar de toekomst, wat zijn dan de belangrijkste veranderingen in uw vakgebied?
Wat ik zelf een interessante ontwikkeling vind, is dat we er steeds meer achter komen dat evolutie niet alleen een eeuwig vertakkende boom is, maar dat de takken van de stamboom vaak ook weer samengroeien. Een bekend voorbeeld is bijvoorbeeld korstmos, dat letterlijk is samengesmolten uit een schimmel en een wier, twee losse organismen.
Eigenlijk zijn alle planten en dieren ooit ontstaan door dat soort samenvloeiingen. Dat zien we bijvoorbeeld ook in ons eigen lichaam. De miljarden mitochondrieën die een groot deel van onze spijsvertering regelen hebben nog hun eigen DNA: een restant van toen ze nog los leefden. We denken dat we één mens zijn, maar in feite zijn we een kolonie van bacteriën in de vorm van een mens.
Wat is de verandering waar u zich voor wil inzetten en hoe wilt u dat doen?
Wat ik graag zou willen is dat we weer terug gaan naar de basis. De klassieke biologie raakt steeds verder ondergesneeuwd en wegbezuinigd. Het is niet sexy genoeg. Genomics, DNA, moleculair onderzoek; dáár win je Nobelprijzen mee. Terwijl de basale taxonomie, de systematiek en de ecologie het fundament zijn onder de biologische kennis.
Op de een of andere manier krijgen wij biologen het niet voor elkaar dat goed over het voetlicht te brengen. Mensen zien er het nut niet van in. Maar onderzoek naar hoe op acht miljard lichtjaar hiervandaan een sterrenstelsel is ontstaan, is even zinloos voor het leven van alledag - en daar gaan wel miljarden in om. Het grote publiek is daar natuurlijk in geïnteresseerd, maar dat geldt net zo goed voor basale biologie. Soorten, verspreiding, uitsterven, fossielen, dinosaurussen; dat vindt het publiek enorm boeiend. En dat is het ook.
Francine Aarts