Over Kader Abdolah en Newton

Miriam Rasch is programmamaker van Studium Generale en weet soms niet meer in welk jaar ze leeft. Ze heeft er levendige dromen over.

Met een kopje koffie op het terras van café Hoffmann: dat is nog eens lekker werken. ‘Zit je daar wel goed,’ vraagt Floris Cohen, ‘je zit almaar tegen de zon in te knijpen.’ Geen probleem, op deze eerste lentedag. Cohen, verbonden aan het Descartes Centrum aan het Janskerkhof, vertelt over Newton, genie met een onuitstaanbaar karakter. Het stralende weer nodigt uit tot een ontspannen gesprek over de lezing die Cohen voor Studium Generale zal houden in de lustrumreeks Kennis voor de toekomst. Dat was in mijn droom vannacht wel anders.

Hoe komt het dat ik droom over Floris Cohen? Bij Studium Generale leid je af en toe een (drie)dubbelleven. We denken nu al na over het voorjaarsprogramma van 2012. Soms twijfel ik in welk jaar we nu leven. Tegelijk zitten we in het staartje van de lopende reeksen. Acht weken lang heb ik me bezig gehouden met tijd. Tijd voor de oerknal, tijd voor de historicus. ‘Tijd is een vierdimensionaal blok’, ‘tijd is onbetrouwbaar’. De nouvelle vague van de film L’année dernière à Marienbad. Is het gek dat mijn hoofd soms de draad van de tijd kwijtraakt en ’s nachts een uurtje doorwerkt?

Ik zat aan een tafel in de werkkamer van Floris Cohen. Naast me zag ik tot mijn verbazing Kader Abdolah, de auteur van het boekenweekgeschenk. Zijn snor was ook in werkelijkheid imposant (het was niet zo’n droom waarin je doorhebt dat het een droom is). Opeens kreeg ik iets aangereikt. Het was een stukje paling. We aten gedrieën. Abdolah veegde zijn vingertoppen af aan zijn snor. Als er maar geen stukjes in bleven hangen. Waar moest ik mijn vingers aan afvegen?

Nu zat ik lekker in de zon op het terras, geen vis of snor in de buurt. Newton, zo vertelde Cohen, was uitzonderlijk omdat zijn talent gepaard ging met een gigantisch doorzettingsvermogen. Hij rustte niet tot hij het bewijs voor zijn theorieën sluitend had gemaakt. Een les voor wetenschappers van de toekomst.

Eerder had ik al gesproken met Jelle Reumer en Paul Schnabel over Darwin en Freud, die ook in de reeks aan bod komen (net als Florence Nightingale over wie Marieke Schuurmans zal vertellen). Ook al van die harde werkers. Hoe lang deed Darwin er niet over om zijn evolutietheorie zo goed te onderbouwen dat hij hem publicabel achtte? En Freud, wiens oeuvre elf delen beslaat (in de Nederlandse vertaling die Schnabel me liet zien) en die talloze patiënten in zijn praktijk had, die droomde vast ook wel eens over zijn werk. Wat zou Freud eigenlijk vinden van die droom van mij over snorren en paling? Freud, zo verzekerde Schnabel me, was de eerste onderzoeker van de psyche die het luisteren naar de patiënt voorop stelde, zonder meteen een moreel oordeel te vellen. Ook een mooie les. Luisteren, niet oordelen, hard doorwerken. En af en toe dromen over de toekomst.

Voor studenten die ook dromen over de toekomst organiseert Studium Generale nog een interessant lustrumprogramma: Utrecht science, met lezingen door directeuren van kennisinstituten in de regio. Hans Boutellier (Verwey-Jonker Instituut en auteur van De improvisatiemaatschappij) trapt op 6 april af. Kom luisteren (met of zonder oordelen) en ontdek waar jij na je studie je kennis in de praktijk kunt brengen. Uiteraard staat de deur open voor iedereen, ook niet-studenten, die geïnteresseerd is in de maatschappelijke toepassing van wetenschap. Kijk voor het hele programma op Utrecht science en Kennis voor de toekomst.

Advertentie