Economiestudent Eelco draagt doodskisten als bijverdienste
Doodskisten dragen lijkt geen doorsnee studentenbijbaan, maar voor Eelco, bachelorstudent Economie, is het een normale zaak. ‘Niet echt simpel; dansen met een kist op je schouder.’
Vroeger droegen gepensioneerde heren de doodskist tijdens uitvaarten, tegenwoordig zijn dat steeds vaker studenten. Het Utrechtse bedrijf Ferentes heeft zo’n 250 studenten in dienst die ingezet worden bij een uitvaart. Directeur Bram van der Laan richtte het bedrijf op in 2005. Hij nam alleen studenten in dienst. Met hun frisse uitstraling en goede conditie zouden zij uitstekend functioneren als uitvaartmedewerkers, dacht hij.
Economiestudent Eelco (22) werkt nu twee jaar als drager bij Ferentes. Tussen twee uitvaarten door, drinkt DUB een kop koffie met hem.
Wat doet een drager allemaal?
“Als drager begeleid ik samen met andere studenten de kist en verricht ik allerlei hand- en spandiensten die bij de uitvaart horen, zoals bloemen dragen en deuren openhouden. Meestal werk ik bij begrafenissen, omdat de kist dan een langere weg moet afleggen.”
Hoe ziet een werkdag eruit?
“’s Ochtends trek ik mijn pak aan en rijd ik naar Ferentes. Daar hangen mijn lange overjas - een grijze en zwarte jas - handschoenen, een hoed en een das. Flink zweten dus, vooral als het 30 graden is buiten.
“Vanaf kantoor vertrekken we naar de locatie waar de uitvaart is of gaan naar het huis waarin de overledene ligt opgebaard. De kist kunnen we op twee manieren begeleiden: op een rijdende baar met vier man, of op onze schouders met zes man. Op de ene werkdag heb ik één uitvaart, op een andere drie.”
Welk moment van je werk is je het meeste bijgebleven?
“Dat was een hilarisch moment tijdens een Surinaamse uitvaart. De stoet werd opeens stilgelegd en mensen begonnen te dansen. De kist lag op mijn schouders en de gasten trokken aan me: “Jullie moeten ook meedansen!” Niet echt simpel, met 30 of 40 kilo op je schouder, maar we probeerden toch om op de maat pasjes te maken en mee te wiegen.”
Hoe ben je drager geworden?
“Veel leden van mijn studentenvereniging NSU doen dit werk en toen ik een baantje zocht, brachten zij mij op het idee. Na mijn sollicitatiegesprek volgde een interne opleiding van een ochtend. Ik moest een video bekijken waarin je kon zien wat het werk inhoudt en je moest trainen met een oefenkist. Het is belangrijk om in de pas te lopen, want als dat verkeerd gaat, trap je tegen elkaars voeten.”
Wat moet je kunnen voor dit werk?
“Je moet krachtige armen hebben en tussen de 1,80 en 1,95 meter zijn. Dragers moeten ongeveeer even lang zijn. Ook moet je er tegen kunnen dat je in emotionele situaties belandt. Anders is het niet prettig om er twee of drie keer per week in te werken. Ik denk dat je daarom ook minimaal 20 moet zijn.”
Wat vind je van je werk?
“Als mijn vriendin me na het werk vraagt hoe mijn dag was, antwoord ik wel eens: ‘gezellig’. Het echte werk duurt immers niet lang, het grootste deel van de dag ben ik met collega’s onderweg. Wanneer de uitvaartdienst of plechtigheid bezig is, spelen we spelletjes in de ruimte ernaast. We leggen een kaartje om de tijd te doden.
“Ja, het is wel vreemd hoe groot het contrast is tussen de sfeer ‘achter de schermen’ en die in de zaal ernaast, waar intens verdriet heerst. Soms voelt het dan ook raar dat ik ineens mijn gezicht in de plooi moet trekken. Dan moet ik serieus kijken, terwijl ik me niet zo voel. Toch lukt het me altijd wel.”
Vind jij het werk psychisch niet zwaar?
“In het begin vond ik het wel vreemd om open kisten tegen te komen, en om steeds allerlei huilende mensen om me heen te zien. Maar het meest schokkend zijn de uitvaarten waar helemaal niemand bij is. Die zetten me aan het denken: ‘Wat voor leven moet je hebben gehad, als er niemand is die afscheid van je komt nemen?’ Na zo’n emotionele dag praat ik het liefst wat na met collega’s of andere mense. Dan ben ik er wel overheen, ik blijf er niet drie weken mee lopen.
“Door die eenzame uitvaarten ben ik me wel gaan afvragen wat de mensen om mij heen waard zijn. Ik besef dat het belangrijk is om mensen om me heen te verzamelen waar ik echt een band mee opbouw.”
En als je nu privé een begrafenis hebt, is dat anders?
"Ik had een paar maanden geleden een privé-uitvaart. Ik lette soms wel op hoe de begrafenis was geregeld, helemaal objectief kan ik er nu niet meer naar kijken."
Kun je het werk makkelijk combineren met je studie?
“Het werk is flexibel, ik word ingeroosterd op basis van beschikbaarheid. Omdat ik bij Economie niet veel contacturen heb, kan ik twee of drie keer per week werken.”
Wat leer je van dit werk?
“Soms ben ik de ‘voorman’ en leid de groep dragers. Ik ben dan het aanspreekpunt voor de uitvaartleiding en moet ervoor zorgen dat iedereen er netjes bijloopt. Dat is een verantwoordelijkheid. Verder leer ik hier samenwerken, leer ik omgaan met stress en leer ik goede keuzes maken.
Heb je nog carrièreplannen binnen de branche?
“Zelf blijf ik dit werk graag nog lang als bijbaan doen. Enkele collega’s zijn doorgestroomd naar de uitvaartbranche. Hoewel ik daar ook wel eens over nadenk, zie ik mezelf dat niet doen. Het lijkt me belastend voor je privéleven, je moet dag en nacht bereikbaar zijn.”
5. Weetjes
1. Wist je dat…slechts in 40 procent van de uitvaarten de dragers extern worden geleverd? In de overige gevallen begeleiden nabestaanden de kist zelf.
2. Wist je dat …er volgens Van der Laan en Eelco vaker gelachen wordt op een uitvaart dan je zou denken?
3. Wist je dat... er in Nederland naast rouwauto’s ook uitvaartbussen bestaan? Hierin zit de familie rondom de kist tijdens het vervoer naar kerk of begraafplaats
Extra vraag: hoe kijkt hij nu zelf tegen ‘eigen’ begrafenissen aan