‘Amerikanen’ zien liever een dierenarts als decaan Diergeneeskunde
De faculteit Diergeneeskunde wacht op de definitieve goedkeuring van het Amerikaanse accreditatieorgaan AVMA. De Amerikanen twijfelen, omdat de decaan geen dierenarts is.
De faculteit Diergeneeskunde werd in het voorjaar van 2015 voorlopig goedgekeurd door de AVMA, de Amerikaanse accreditatiecommissie van dierenartsen. Ze moest vier kleine minpunten aanpakken waarvan er op dit moment nog twee niet (helemaal) zijn opgelost. Minpunten die, zo zegt de AVMA, geen of slechts een klein negatief effect hebben op de kwaliteit en de veiligheid van de opleiding, maar waar toch nog eens naar gekeken moet worden.
Eén van deze punten is de eis dat de decaan van de faculteit dierenarts moet zijn. Decaan Wouter Dhert is dat niet. Hij zei hierover in de faculteitsraad van Diergeneeskunde het een lastige situatie te vinden “omdat de Amerikaanse accreditatie nu verbonden wordt aan mijn achtergrond in de Life Sciences.”
Accreditatie niet broodnodig, wel wenselijk
Diergeneeskunde wil graag de accreditatie die de opleiding al vele jaren heeft, behouden. Met het keurmerk van het AVMA kunnen studenten die in Utrecht het diploma tot dierenarts hebben gehaald, in Amerika gaan werken. Dat zijn er zo’n twee à drie per jaar, zegt Dhert. Zonder dit keurmerk moeten de gediplomeerde artsen een extra examen maken en praktijkervaring opdoen in de VS.
De accreditatie van de AVMA heeft de faculteit niet per se nodig. De goedkeuring van de NVAO voor het Nederlandse taalgebied en het keurmerk van de Europese accreditatie-organisatie ECOVE zijn veel belangrijker. “Maar toch wil Utrecht de accreditatie van de AVMA behouden”, zegt Dhert. “Wij liepen jaren geleden voorop door ons te laten accrediteren door de VS. Zo’n accreditatie geeft je toch een extra randje.”
Vorig jaar toen de Amerikanen van de AVMA langskwamen voor de keuring, was Dhert nog geen decaan. Nu lijkt zijn achtergrond een probleem. “In de faculteitsraad werd gegrapt dat ik me nog kan laten omscholen tot dierenarts, maar het is natuurlijk een beslissing van het College van Bestuur geweest om een niet-dierenarts aan te stellen”, zegt Dhert die voor hij decaan werd hoogleraar Translationeel onderzoek van het steun- en bewegingsstelsel bij zowel Diergeneeskunde als het UMC Utrecht was.
Verschil van mening
Volgens rector Bert van der Zwaan staat de positie van Wouter Dhert niet ter discussie. Bij de opvolging van Anton Pijpers als decaan van Diergeneeskunde is nauwkeurig gekeken naar het profiel van de nieuwe decaan, zegt hij. “Het vak van dierenarts is door de jaren heen enorm veranderd. Vroeger werden alle studenten dierenarts in een kliniek, dat wordt tegenwoordig nog maar zo’n 40 procent.”
Diergeneeskundigen zijn nu veel meer betrokken bij andere disciplines binnen Life Sciences, zoals binnen het Utrechtse onderzoeksprogramma One Health. “Hier wordt onder meer gekeken naar ziekten die van dier op mens of van mens op dier overgebracht kunnen worden.”
Dat de AMVA per se een dierenarts wil als decaan, vindt de rector een ouderwetse opstelling. “We hebben een verschil van mening. Is dat erg? Wij verwachten met andere Europese instellingen het pleit te winnen. Ons eerste argument wordt dat hun protocol aan herziening toe is. Ik denk dat wij een kansrijke zaak hebben.”
Dhert is overigens niet de enige decaan in de wereld der veterinairen die geen dierenarts is. Zo zijn de decaan van Wenen, Melbourne en Kopenhagen ook geen dierenarts. “Zo lang in het bestuur de diergeneeskundige expertise is geborgd, denken wij dat een decaan geen dierenarts hoeft te zijn”, aldus Van der Zwaan.
Volgens Wouter Dhert zijn ook niet alle Amerikanen het met elkaar eens: “De Association of American Veterinary Medical Colleges, waarin de academici de boventoon voeren, kijkt anders naar het decanaat dan de AVMA. Zij zien een sterke band met Life Sciences juist als een belangrijke stap naar de toekomst wanneer het gaat om het opleiden van dierenartsen.”