‘Bestuur Universiteit Maastricht stopte fraudezaak in doofpot’
In 2001 richtte onderzoeker Cees Vermeer als een van de eerste wetenschappers een universiteits-bv op, bedoeld voor de commerciële toepassing van vitamine K op bloedstolling en sterke botten. Hij kreeg daarvoor een aantal patenten en 700.000 euro mee van de Universiteit Maastricht. Maar toezicht op zijn onderneming VitaK was er nauwelijks, melden De Limburger, De Groene Amsterdammer en onderzoeksplatform Investico. Het werd daardoor “een broedplaats voor fraude”, concluderen zij op basis van interne documenten en e-mails.
Bonus
Terwijl de universiteit geld verloor aan het bedrijf, liepen Vermeer en zijn beoogde opvolger Leon Schurgers – destijds onderzoeker en nu hoogleraar – binnen. In 2008 sluisden ze een patent ter waarde van 2,7 miljoen dollar door naar hun eigen bedrijf, dat zij samen met twee Noorse partners hadden opgericht, aldus De Groene Amsterdammer.
Schurgers nam in datzelfde jaar 70.000 euro aan illegale betalingen in ontvangst van farmaciebedrijf NattoPharma, op dat moment een belangrijke klant van VitaK. Ook verdiende hij jaarlijks 20.000 euro met antilichamen die hij via de universiteits-bv gratis kreeg. Vermeer ontving nog een bonus van een half miljoen euro, die hij volgens de regels eigenlijk had moeten afdragen aan het pensioenfonds.
Netjes afgehandeld
De fraude rondom VitaK werd in 2008 al ontdekt, maar het universiteitsbestuur deed geen aangifte. Het ondernam nauwelijks actie; de onderzoekers konden gewoon hun gang blijven gaan. Schurgers werd tien jaar later zelfs benoemd tot hoogleraar. Hij kreeg geen boete en hoefde de illegaal verkregen 70.000 euro niet terug te betalen.
Volgens Vermeer en Schurgers is “alles destijds netjes afgehandeld”. Verder willen ze geen commentaar geven, schrijft De Groene Amsterdammer. De fraudezaak zou in 2008 zijn besproken met toenmalig lid van het college van bestuur André Postema, maar hij claimt nu niets van de ‘affaire-Schurgers’ te weten. De Universiteit Maastricht gaat een eigen onderzoek starten en aan de hand van de uitkomsten kijken of verdere actie nodig is.