‘Docenten hebben hulp nodig bij herkennen radicalisering’
De dreiging komt volgens de NCTV van jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar. Een aanslag door geradicaliseerde jongeren met jihadistisch of rechts-extremistisch gedachtegoed is volgens de organisatie niet ondenkbaar.
Maar hoe herken je radicalisering bij studenten? En wat kan je vervolgens doen? Dat zijn vragen waar docenten sinds deze week antwoord op krijgen in de gratis online cursus Armour. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie en is in Nederland door de Rijksuniversiteit Groningen op poten gezet. Volgens RUG-onderzoeker Carola Onderdelinden willen veel docenten graag hulp.
Wat maakt het zo lastig om radicalisering te herkennen?
“Docenten zien bijvoorbeeld het uiterlijk van een student veranderen; opeens zit er een skinhead in hun klas of laat een student juist een lange baard staan. Het is dan moeilijk in te schatten of dat iets is om je zorgen over te maken. Ook weet een docent vaak niet hoe te reageren als iemand extreme uitspraken doet. Deze online cursus moet docenten meer houvast geven.”
Komt radicalisering veel voor in het hoger onderwijs?
“Dat is moeilijk te meten. We weten wel dat adolescenten meer gevoelig zijn voor radicalisering en dat kan op elke ideologie gebaseerd zijn. Ik sprak laatst iemand die zei: ‘We hebben zo weinig radicalisering in het noorden, want er zijn hier zo weinig moslims'. Dat vind ik interessant, want ik weet dat er wél een hoop rechts-extremisme is. Maar niet iedereen herkent dat als radicalisering. Het is dus belangrijk dat docenten beseffen dat radicalisering bij verschillende ideologieën kan plaatsvinden, zodat ze ook daar het gesprek over aan kunnen gaan.”
Hebben docenten daar wel tijd voor?
“Ik vind niet dat docenten alle maatschappelijke problemen moeten oplossen en ik zou een cursus ook niet verplicht willen stellen. Tegelijkertijd komen ze wel veel met jongeren in aanraking. Ze hebben dus de mogelijkheid om dingen waar te nemen en er wat mee te doen. Ik vond toen ik nog lesgaf ook dat ik het druk had. Maar ik denk ook dat docenten nieuwsgierige mensen zijn die willen weten wat er om hen heen gebeurt.”
Hoe herken je radicalisering bij studenten?
“Er is wel een lijst met signalen, maar het is een individueel proces waarbij veel factoren meespelen. De één voldoet aan de kenmerken en radicaliseert, en de ander niet. Van school shooters bijvoorbeeld wordt vaak gezegd dat ze gepest zijn, maar niet iedereen die gepest wordt, pakt een geweer op. Daarom is overleg met mededocenten ook zo belangrijk. Zien zij dezelfde dingen? Maar kijk ook buiten de onderwijsinstelling: wat weet de politie of jeugdwerk? Het gaat om de optelsom.”
Is het wel te doen, radicalisering voorkomen met een cursus?
“Daar kan ik heel eerlijk over zijn: ik denk dat dit een positieve invloed heeft en dat het gaat helpen, en tegelijkertijd weten we dat je niet alles kan voorkomen. Maar als je al bij één jongere kunt voorkomen dat hij zo extreem wordt dat hij geweld wil gaan gebruiken, dan is het project geslaagd.”