‘Hoger onderwijs lijkt steeds meer op middelbare school’

De prestatieafspraken tussen hogeronderwijsinstellingen en het ministerie hebben niet altijd het gewenste effect, vinden medezeggenschapsraden. Besturen misbruiken de afspraken soms om discussies te ontlopen.

Universiteiten en hogescholen gaan steeds meer op middelbare scholen lijken, zeggen medezeggenschapsraden in een enquête van het Interstedelijk Studenten Overleg en de Landelijke Studenten Vakbond. Om te zorgen dat studenten geen vertraging oplopen, worden ze soms streng in het gareel gehouden.

Daardoor stijgt het rendement weliswaar, maar wordt het onderwijs er niet altijd beter op, vinden de medezeggenschappers. “Rendementen moeten geen prioriteit krijgen boven kwaliteit”, reageert ISO-voorzitter Sanne de Jager. “Het oorspronkelijke doel van de prestatieafspraken moet weer terug op de agenda.”

Het ministerie maakte twee jaar geleden prestatieafspraken met de universiteiten en hogescholen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Een deel van het geld dat ze ontvangen is nu afhankelijk van onder meer profilering, rendement, onderzoek en docentkwaliteit.

Maar nu worden discussies over beleidsmaatregelen door besturen soms afgekapt met het argument dat de prestatieafspraken nu eenmaal gehaald moeten worden. LSVb-voorzitter Tom Hoven schrikt ervan: “Het mag niet zo zijn dat het gesprek met de studenten wordt ontlopen met de prestatieafspraken als excuus.”

Uit de enquête blijkt verder dat er nog veel vragen leven. Medezeggenschappers betwijfelen of colleges nu echt beter worden als een hbo-docent een masterdiploma heeft. Ook de ‘basiskwalificatie onderwijs’ die universitair docenten tegenwoordig moeten halen, heeft zijn meerwaarde nog lang niet overal bewezen.

De studentenorganisaties houden hun hart vast voor de verdeling van het geld dat vrijkomt als straks de basisbeurs verdwijnt. Minister Bussemaker gaat investeren in het hoger onderwijs aan de hand van nog te maken kwaliteitsafspraken. LSVb en ISO hopen dat die niet hetzelfde effect gaan hebben als de huidige prestatieafspraken.

In het rapport zijn medezeggenschapsraden van negen hogescholen en negen universiteiten ondervraagd. Om “de vertrouwelijke band tussen de medezeggenschappers en het instellingsbestuur niet te schaden” zijn alle gegevens geanonimiseerd.

Prestatieafspraken

Het kabinet wil goede prestaties van hogescholen en universiteiten belonen. In 2012 besloot toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) daarom tot een experiment met prestatieafspraken. Hogescholen en universiteiten moesten onder meer uitleggen hoe ze het studietempo van studenten zouden verhogen, hoeveel lesuren ze wilden geven en hoe ze de kwaliteit van hun docenten zouden verhogen. Ook moesten ze hun ‘profiel’ versterken: niet meer allemaal hetzelfde doen, maar hun eigen sterke kanten benadrukken. In 2016 moeten de doelstellingen zijn behaald, en daar hangt zeven procent van het totale onderwijsbudget vanaf. Vijf procent hebben de instellingen al in the pocket omdat ze meedoen aan het experiment. De overige twee procent krijgen hogescholen en universiteiten pas als de doelstellingen zijn behaald.

 


 

Advertentie