‘Nederlandse studenten in het buitenland missen ondersteuning’
Zo’n 40 procent van de Nederlanders die een volledige studie in het buitenland volgen, is ontevreden over de informatievoorziening vanuit de Nederlandse overheid, blijkt uit onderzoek van het netwerk Nederlandse Wereldwijde Studenten. Vooral vragen over de zorgverzekering, het uitschrijven bij de gemeente en het aanvragen van beurzen leiden tot frustratie.
Barrière
De informatie staat vaak wel online, maar is lastig vindbaar, waardoor studenten er veel tijd aan kwijt zijn. Dat is niet alleen frustrerend, maar vormt mogelijk ook een barrière voor studenten die een buitenlandse opleiding overwegen, stelt NWS.
Volgens het netwerk zou het helpen als alle relevante informatie op één centrale plek te vinden is. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) of Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, zou dit kunnen coördineren, zegt woordvoerder Roos Middelkoop.
Overigens is het niet allemaal kommer en kwel. Wie het onderzoek erop naslaat, ziet dat lang niet alle studenten ontevreden zijn. De overheid doet al stapjes in de goede richting en ook DUO komt er niet slecht vanaf: ruim twee derde van de ondervraagde studenten vindt de informatievoorziening gemiddeld of goed. Bovendien: wie in het buitenland wil studeren, neemt de tijdrovende voorbereidingen vaak voor lief.
Druk opvoeren
Waarom dan die nadruk op wat er mis gaat? “Om de druk te verhogen hebben we de ergernissen hier en daar bewust wat zwaarder laten meewegen”, zegt Middelkoop. “Voor uitwisselingsstudenten is van alles geregeld, maar studenten die een volledige opleiding in het buitenland volgen, vallen een beetje buiten de boot. Zij verdienen ook aandacht, vandaar dat we hun problemen aankaarten.”
NWS vraagt zijn 5000 leden en andere Nederlanders die in het buitenland studeren geregeld naar hun ervaringen. De huidige enquête, over Nederlandse administratieve barrières, werd bijna vijfhonderd keer ingevuld. Het onderzoeksrapport wordt vandaag tijdens de jaarlijkse ledendag overhandigd aan minister Van Engelshoven van Onderwijs.