‘Spoorcolleges’ in gratis studententrein

Vanaf 2016 kan op en neer reizen naar college een dure grap worden. Studentenorganisaties protesteren tegen het afschaffen van de ov-studentenkaart en ook vervoersbedrijven balen flink. Dus moet een gratis studententrein soelaas bieden.

Niet meteen een gat in de lucht springen. De studententrein rijdt alleen op 8 november en is een idee van de Landelijke Studentenvakbond en mbo-jongerenorganisatie JOB. Met ‘spoorcolleges’ willen ze – met hulp van de NS – nogmaals benadrukken hoe belangrijk het gratis reisrecht is voor studenten én voor ov-bedrijven.

Iedereen die ’s ochtend wel eens geprobeerd heeft van het centraal station naar de campus in een willekeurige studentenstad te komen, weet hoeveel studenten er dagelijks gratis reizen. De ov-kaart kwam in 1991 als geroepen voor een kwakkelende sector waar veel lijnen opgeheven dreigden te worden. Plots betaalde het ministerie miljoenen om alle studenten te laten vervoeren. De zeshonderdduizend studenten met een ov-kaart zijn nog steeds verantwoordelijk voor een kwart van alle ov-kilometers. In de spits zelfs voor dertig procent. Die melkkoe zullen vervoersbedrijven niet zonder slag of stoot opgeven.

Studenten maken zich intussen ernstig zorgen. Als reizen duurder wordt, gaan ze minder snel een master in een andere stad volgen of kiezen ze niet voor die uitdagende stage verder van huis, vreest LSVb-voorzitter Jorien Janssen.

Inderdaad kunnen de reiskosten snel oplopen. Een student die bijvoorbeeld bij zijn ouders in Geldermalsen woont en in Utrecht studeert is per dag een tientje kwijt. Maar zo’n vaart zal het niet lopen, want het is niet de bedoeling studenten al hun ov-privileges af te nemen. Als het goed is, krijgen ze vanaf 2016 een ‘alternatief vervoersarrangement’.

Hoe dat er uit komt te zien is nog lang niet duidelijk. Er wordt druk nagedacht over een trajectkaart van school naar huis of stage, en over ov-kaarten waarmee studenten alleen buiten de spits gratis mogen reizen. Dat laatste zouden de ov-bedrijven verwelkomen, maar vergt van onderwijsinstellingen heel wat roosteraanpassingen. Ook een kortingskaart is nog een optie, net als een combinatie van al het bovenstaande.

Onderwijsminister Bussemaker en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur houden de kaken voorlopig stijf op elkaar. Eerst het leenstelsel maar eens door de Eerste Kamer loodsen, lijkt Bussemaker te denken. De onderhandelingen met ov-bedrijven en “andere spelers” zijn al wel begonnen, zei Bussemaker in juni tegen het Hoger Onderwijs Persbureau. 

Advertentie