‘Studenten liggen krom voor hun kamer’
Studenten die op kamers wonen zijn ongeveer de helft van hun maandinkomen kwijt aan huur. Met het leenstelsel voor de deur pleiten studentenhuisvesters voor een tegemoetkoming aan uitwonende studenten.
Als studenten straks geen basisbeurs meer krijgen, laten ze hun studiekeuze misschien afhangen van de vraag of ze een studentenkamer kunnen betalen. Dat vreest Kences, de brancheorganisatie van studentenhuisvesters. Om dat te voorkomen zouden studenten die niet meer bij hun ouders wonen een tegemoetkoming moeten krijgen, vindt Kences-directeur Vincent Buitenhuis.
Het gemiddelde inkomen van een uitwonende student is nu 870 euro per maand. Studenten die een kamer huren met gedeelde voorzieningen zijn gemiddeld 44 procent van dat inkomen kwijt aan huur, studenten met een eigen toilet en keuken zijn 55 procent van hun inkomen kwijt aan de huisbaas. Voor studenten met een zelfstandige huurwoning loopt dat percentage volgens Kences op tot 60 procent.
Als het leenstelsel in 2015 wordt ingevoerd, vervalt de 280 euro die uitwonende studenten nu als basisbeurs krijgen. Dan zullen ze meer moeten lenen.
Het is de eerste keer dat Kences studenten vraagt welk percentage van hun inkomen zij uitgeven aan woonruimte. De cijfers komen uit een enquête onder 42.000 studenten, waarvan alle uitkomsten gepresenteerd worden op 1 oktober.