‘Tilburg moet boeten als proefschriften niet deugen’
Het radioprogramma Argos onthulde onlangs dat Tilburg University de afgelopen jaren honderdduizenden euro’s overheidsgeld heeft binnengehaald door opvallend grote hoeveelheden buitenpromovendi te begeleiden. Dat zijn onderzoekers zonder contract die weinig gebruik maken van faciliteiten, maar de universiteit wel geld opleveren: 70.000 tot 90.000 euro per bul. Tilburg was een ‘promotiefabriek’, concludeerde Argos.
De universiteit stelde zelfs een hoogleraar vrij die zich geheel richtte op het begeleiden van buitenpromovendi. Hij zou in zes jaar tijd maar liefst 77 wetenschappers hebben laten promoveren. Dat zijn er meer dan 12 per jaar. Ter vergelijking: andere hoogleraren in Tilburg begeleiden volgens Argos gemiddeld 0,8 promovendi per jaar.
Het programma liet de Groningse hoogleraar Bram Buunk bij wijze van steekproef zes Tilburgse proefschriften van buitenpromovendi onder de loep nemen. “Ondermaats”, luidde zijn oordeel, sommige “leken net dagboeken”.
Onderzoek
Tweede Kamerlid Frank Futselaar (SP) had minister Van Engelshoven vorige week tijdens het vragenuurtje al om onderzoek gevraagd naar de proefschriften, en regeringspartij VVD steunde dat. “De vraag die voorligt, is volgens mij gewoon of de kwaliteit van het promotieonderzoek en de academische onafhankelijkheid die we daarbij verwachten, aan dezelfde normen voldoen als bij ‘binnenpromovendi’”, aldus Kamerlid Judith Tielen.
Maar de minister wil eerst met alle betrokkenen in gesprek om erachter te komen hoe de begeleiding en beoordeling van buitenpromovendi geregeld is. Pas als blijkt dat er iets aan de procedure schort, wordt er mogelijk gekeken naar de kwaliteit van de proefschriften zelf.
Dat lijkt voorzitter Anne de Vries van het Promovendi Netwerk Nederland een goed idee: “Al was het maar voor de betrokken gepromoveerden. Hun promotie wordt dan immers publiekelijk in twijfel getrokken.” Bovendien: “Als blijkt dat de proefschriften evident ondermaats zijn, is het beoordelingssysteem misschien niet waterdicht en zijn promotiecommissies dus mogelijk niet altijd voldoende onafhankelijk.”
Verantwoordelijkheid
De proefschriften worden beoordeeld door commissies van deskundigen die worden samengesteld door de begeleider van de promovendus. Ook dat was opvallend in Tilburg: er zaten telkens dezelfde mensen in de commissies, veelal afkomstig van het Amerikaanse Taos Institute, waar veel van de buitenpromovendi banden mee hadden.
Er is geen overkoepelende instantie die de kwaliteit van de Nederlandse proefschriften in de gaten houdt. Ook de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en universiteitenvereniging VSNU zien dit niet als hun verantwoordelijkheid. Ze willen beide dan ook niet ingaan op de kwestie: promoties, dat is zaak van de faculteiten, zeggen ze.
Geld terug?
En als er nu echt gesjoemeld is? Dan moet Tilburg de ontvangen promotiepremies terugbetalen, vindt Tweede Kamerlid voor het CDA Harry van der Molen. “De premie is deels bedoeld voor werkzaamheden als de begeleiding van promovendi. Blijkt dat die mensen niet of nauwelijks zijn begeleid, dan zijn die werkzaamheden dus niet verricht en moet de minister het geld kunnen terugvorderen”, aldus Van der Molen.
PNN-voorzitter Anne de Vries heeft haar twijfels: “De promotiepremie kan niet alleen bedoeld zijn voor begeleiding, anders zou die wel erg hoog zijn. Maar als blijkt dat de kwaliteit van de proefschriften ondermaats is en dat mensen dus onterecht de doctorstitel hebben behaald, dan heeft de universiteit inderdaad onterecht geld ontvangen.”
Tilburgs probleem?
Het is overigens niet bekend of het probleem alleen in Tilburg speelt. De Vries vreest van niet. “Het punt is dat niemand zicht heeft op buitenpromovendi. We weten niet eens hoeveel het er zijn.” Dat is overigens een van de zaken die de minister gaat onderzoeken. De Vries kijkt reikhalzend uit naar de uitkomst.