“Bussemaker geeft geld uit dat ze niet heeft”
Het kabinet zwaait met geld dat er helemaal niet is, stellen studentenorganisaties ISO en LSVb. De basisbeurs bestaat voorlopig nog, dus hoe kan minister Bussemaker dat geld dan al aan iets anders uitgeven?
Gisteren reageerden minister Bussemaker (Onderwijs) en minister Kamp (Economische Zaken) terughoudend op de adviezen van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Die vindt dat Nederland te weinig investeert in onderwijs en onderzoek. Maar dat valt reuze mee, zeggen de ministers.
Daarbij verwijzen ze naar de komst van het leenstelsel en dat is “kwalijk”, vindt LSVb-voorzitter Jorien Janssen. Ook ISO-voorzitter Ruud Nauts “stuit het tegen de borst”. Het is volgens hen nog niet zeker dat studenten hun basisbeurs gaan verliezen.
“Voor een leenstelsel is op dit moment nog geen draagvlak, en de kwaliteit van het hoger onderwijs zou hier niet van afhankelijk moeten zijn”, aldus Janssen. Daar sluit Nauts zich bij aan: “De minister houdt een hallelujaverhaal over onderwijsinvesteringen, terwijl het hoger onderwijs structureel wordt overgeslagen. Het is nog helemaal niet zeker of het haar gaat lukken om de basisbeurs af te schaffen.”
Het steekt de voorzitters ook dat Bussemaker een aantal aanbevelingen van de WRR in de wind slaat. “De belangrijkste suggesties uit het rapport worden totaal niet meegenomen”, meent Janssen. “De hamvraag ‘moeten we het hoger onderwijs echt anders gaan organiseren’ wordt niet beantwoord.”
Ook Nauts vindt dat de minister te weinig visie ten toon spreidt. Ze zegt volgens hem te weinig over de onafhankelijkheid van wetenschappers in hun samenwerking met bedrijven. Ook over deeltijdonderwijs en digitaal onderwijs had hij meer van de minister verwacht.
“Het WRR-rapport was bedoeld als wake-up call”, aldus Nauts, “maar Bussemaker zegt eigenlijk: bedankt, maar het valt allemaal wel mee. Het valt me tegen dat zulke klare taal op deze manier wordt afgedaan.”