Actiegroep Science in transition wil lokale afdelingen
De ‘rebellen van de wetenschap’ willen hun pleidooi voor betere wetenschap aan alle Nederlandse universiteiten kracht bijzetten. Ze gaan lokale afdelingen oprichten.
De academische actiegroep Science In Transition deed de afgelopen weken veel stof opwaaien. De prikkels in de wetenschap zijn net zo pervers als in de bankenwereld, had decaan Frank Miedema (UMC Utrecht) betoogd. Het roer moest om. Zo zouden wetenschappers niet moeten doen alsof ze de waarheid in pacht hebben. Ze zouden eerlijk moeten vertellen welke belangen er spelen.
Donderdag en vrijdag kwamen allerlei academici en belangstellenden in Amsterdam bijeen om hierover te praten. De Utrechtse hoogleraar Wijnand Mijnhardt beloofde in zijn slottoespraak dat Science In Transition niet stil zal zitten. Het hervormen van de wetenschap is nog maar net begonnen, stelde hij. “We willen het debat lokaal aangaan en zullen cellen oprichten.”
Na afloop lichtte hij dat plan nader toe. In Maastricht en Eindhoven worden al lokale groepen gevormd, zei hij. “Maar we worden geen organisatie. We willen geen reglementen en we hoeven nergens over te stemmen. Dat laten we allemaal over aan de medezeggenschapsraden en bestuurders. Ik ben zo naïef en optimistisch te geloven dat we van buitenaf veel kunnen veranderen.”
Op de slotdag van het tweedaagse congres kregen de leden van Science in Transition veel bijval. Zelfs president Hans Clevers van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, die hun de geuzennaam rebellen had opgeplakt (in een uitzending van Nieuwsuur vanaf minuut 33, red), leek in zijn toespraak meer begrip te tonen voor hun standpunten. De discussie is vooral “hoe we de wetenschap klaarstomen voor de toekomst”, zei hij. Daar moet de KNAW inderdaad over meepraten, meent hij, en dat is volgens hem ook het grote verschil met de bankenwereld: de wetenschap levert kritiek op zichzelf. “Dat zie ik de banken minder doen.”
Ook de andere sprekers stonden welwillend tegenover de kritiek, al plaatsten ze wel kanttekeningen. De wetenschap moet inderdaad niet pretenderen geheel belangeloos onderzoek te doen, erkende de Groningse hoogleraar Lodi Nauta. Toch heeft het beeld van belangeloze, objectieve wetenschap wel nut, vindt hij, al is het maar als ideaal om naar te streven. Dat moet je niet zomaar overboord zetten.
De enige spreker die wat hardere kritiek leverde was Jos Engelen, de voorzitter van onderzoeksfinancier NWO. “Het debat is zo mak. Als we het allemaal eens zijn met de kritiek, laten we onze organisaties dan opheffen en de critici de ruimte geven ze opnieuw op te richten. We hebben allerlei punten besproken, maar ik heb niet geleerd wat ik fout doe. Je zou je vinger achter de onvrede willen krijgen, maar dat is niet gelukt.”
Zijn organisatie probeert zo goed en zo kwaad als het gaat geld te verdelen onder de beste wetenschappers via deskundige commissies en peer review. Daar kun je kritiek op hebben, maar hoe moet het dan? Engelen: “Als de discussie beperkt blijft tot onsamenhangende luidruchtigheid en anekdotische bewijzen dat er iets mis is, dan is het initiatief van Science in Transition niet geslaagd.” De actievoerders moeten oppassen dat ze de wetenschapsverdoemers geen munitie leveren, waarschuwde hij.