Akkoord over cao hbo-personeel: geen salarisverhoging
Onderhandelaren van vakbonden en hogescholen hebben een akkoord bereikt over een nieuwe cao. De salarissen stijgen nog steeds niet, maar alle medewerkers krijgen een bonus van 425 euro en meer gelegenheid voor bijscholing.
Vorig jaar kregen medewerkers in het hbo deze bonus ook. Het is een bruto bedrag, dus er gaan nog belastingen en premies af. Wie in deeltijd werkt, krijgt een evenredig deel van de bonus.
De salarissen worden bevroren. De partijen spreken in hun principeakkoord van “financiële, economische onzekerheden” en zien “weinig ruimte voor een salarisverhoging”.
De nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst geldt met terugwerkende kracht per 1 februari 2012 en loopt tot 1 oktober 2013. Leden van de vakbonden en bestuurders van hogescholen moeten de nieuwe cao deze maand nog goedkeuren.
De oude cao gold sinds 1 augustus 2010. Destijds namen de partijen zich voor om in 2012 tot een ‘cao van de toekomst’ te komen met nieuwe afspraken over werkloosheidsregelingen, bijscholing en ouderenbeleid. Dat is niet helemaal gelukt.
Alleen over scholing staan nieuwe afspraken in het akkoord. Alle hogescholen gaan een professionaliseringsplan maken, dat ze ter goedkeuring voorleggen aan de medewerkers in de medezeggenschapsraad. Voor deze scholing zetten ze een bedrag apart van minstens zes procent van het totale jaarinkomen van de medewerkers.
Het is de bedoeling dat medewerkers zichzelf blijven bijscholen. Mochten ze ooit van baan moeten veranderen, dan hebben ze een betere kans op de arbeidsmarkt. Verplichte cursussen over bijvoorbeeld het toetsbeleid of Windows tellen overigens niet mee.
Samen met hun leidinggevenden moeten de medewerkers afspraken maken over “tijd, geld, fasering en het effect” van de scholing. Een deel van de opleiding zullen ze in hun vrije tijd moeten doen. Ze worden voor driekwart van de studielast vrijgesteld door hun hogeschool.
Het zal vooral om deeltijdopleidingen gaan, want de docenten en medewerkers moeten voldoende tijd overhouden voor hun gewone werk. Sowieso mag nooit meer dan veertig procent van de werktijd aan een opleiding worden besteed.
“Een juiste toepassing van deze paragraaf zal een groot beroep doen op goed werkgeverschap en goed werknemerschap, gelijkwaardigheid in de dialoog tussen medewerker en leidinggevende en wederzijdse betrokkenheid”, aldus de onderhandelaars. De hogescholen gaan hun ‘professionaliseringsactiviteiten’ voortaan melden in hun sociaal jaarverslag.
“We hebben bij onze achterban gepeild of ze een hard punt wilden maken van de inkomensontwikkeling”, zegt onderhandelaar Ben Hoogenboom van de Algemene Onderwijsbond. “Dat bleek niet het geval. Liever wilden ze goede afspraken over de professionalisering. Daar krijgen ze nu meer tijd en ruimte voor.”