Alfa en bèta bundelen krachten voor kunstonderzoek
Nederland is een nieuw wetenschappelijk instituut rijker. Het Nicas combineert verschillende disciplines die onderzoek doen naar schilderijen en ander cultureel erfgoed; een wereldwijde primeur.
Hoeveel schade loopt een pastelschilderij op als het wordt vervoerd? Hoe kunnen olieverfschilderijen veilig worden gereinigd? Dat zijn vragen waar natuurwetenschappers, kunsthistorici en wiskundigen zich binnen het nieuwe instituut gezamenlijk over gaan buigen. Het Netherlands Institute for Conservation, Art and Science (Nicas) wordt vandaag geopend door minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
“Tot nu toe moesten natuurwetenschappers verspreid over het land ad hoc gezocht worden. Vanaf nu is alle expertise op één plek te vinden”, zegt Louis Vertegaal, directeur van het NWO-gebied Chemische en Exacte Wetenschappen. Volgens onderzoeksfinancier NWO is er wereldwijd geen ander instituut dat op deze manier verschillende disciplines samenbrengt voor de studie naar cultureel erfgoed.
Het Nicas is geïnitieerd door het Rijksmuseum. Behalve NWO, zijn ook de Universiteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Delft en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed verbonden aan het instituut. NWO heeft voor de eerste vijf jaar vijf miljoen euro ter beschikking gesteld.