Alfa- en gammastudies te weinig bekend in het vwo
Slob, minister van Basis- en Voortgezet onderwijs, schrijft dit in antwoord op vragen van Kamerlid Kirsten van den Hul (PvdA) over het proefschrift van de Groningse onderzoeker Els van Rooij. Die constateerde dat vwo’ers met een natuurprofiel gemiddeld beter presteren in het wetenschappelijke vervolgonderwijs dan leerlingen met een maatschappijprofiel – opmerkelijk genoeg ook in de alfa- en gammastudies.
Boeiend
Vwo’ers met een maatschappijprofiel zijn “uitstekend toegerust” voor een studie, haast Slob zich te zeggen. Wel erkent hij dat het “boeiende proefschrift” van Van Rooij interessante suggesties doet om de aansluiting van de taal- en maatschappijvakken op universitaire alfa- en gammastudies te verbeteren.
Hij onderschrijft dat veel opleidingen in het alfa- en gammadomein inhoudelijk ‘nieuwer’ zijn voor leerlingen met een vwo-maatschappijprofiel dan bèta-opleidingen dat zijn voor leerlingen met een natuurprofiel.
Onbekend
“Veel studies in de mens-, maatschappij- en geesteswetenschappen (bijvoorbeeld psychologie, linguïstiek, bestuurskunde of talen die niet in het Nederlandse voortgezet onderwijs worden aangeboden) hebben namelijk geen ‘counterpart’ in de vakken in de bovenbouw van het vwo en de inhoud daarvan komt niet of nauwelijks in andere vakken aan de orde.”
“Veel technische en natuurwetenschappelijke studies gaan daarentegen verder met vakken en onderwerpen die leerlingen in het vwo al wel hebben gehad, zoals natuur- en scheikunde en biologie.”
Soft imago
Het kan daarom geen kwaad, denkt de minister, als de taal- en maatschappijvakken meer raakvlak zoeken met de alfa- en gammastudies. Dat zou ook hun nu wat ‘softe’ imago ten goede komen.
Slob heeft het proefschrift onder de aandacht gebracht van de zogenoemde Ontwikkelteams, waarin leraren en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs zich buigen over de herziening van het curriculum in 2019.