Als zelfs politiek geïnteresseerde studenten niet stemmen, dan is het tijd voor actie

De tien studenten achter de campagne “21 maart. Ik stem”. Eva (midden rode trui) en Gijsbert (rechts van Eva).

"Veel jongeren gaan niet naar de stembus”, steekt eerstejaars Gijsbert meteen van wal. “Bij de landelijke verkiezingen is de opkomst van jongeren lager dan van andere groepen. We dachten dat dit bij de gemeenteraadsverkiezingen waarschijnlijk nog lager zou zijn, omdat de opkomst voor die verkiezingen over het algemeen lager is.” Die aanname werd bevestigd toen hij cijfers onder ogen kreeg, vertelt de USBO-student. Daaruit kwam naar dat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 nog niet de helft van de jongeren aangaf zeker te gaan stemmen. En dat terwijl hun stem in een stad zoals Utrecht het verschil kan maken, stellen hij en zijn mede-honoursstudenten, omdat 25 procent van de inwoners een jongere is.  

Generatie schop onder z'n hol geven
“De aanname dat jongeren niet stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen hadden we ook op basis van geluiden uit onze omgeving”, vervolgt Gijsbert. Groepsgenoot Eva vult aan: “Ja, USBO-studenten zijn natuurlijk allemaal jongeren met een interesse voor politiek. En hoewel binnen onze studie veel mensen gaan stemmen, hoorden we zelfs daar dat mensen niet naar de stembus zouden gaan.” Zo bleek bijvoorbeeld dat studiegenoten die naar Utrecht waren verhuisd, het gevoel hadden dat ze niet (voldoende) op de hoogte waren van de politiek in hun nieuwe stad en daarom de verkiezingen aan zich voorbij lieten gaan. “We merkten dat mensen wel zouden willen stemmen, maar dat ze soms een drempel ervaren om dat te doen. Als je dat zelfs al in ons politiek georiënteerde wereldje ziet, dan merk je dus dat gemeenteraadsverkiezingen echt niet voldoende leven bij jongeren.”

Toen de studenten werd gevraagd om als onderdeel van hun honourstraject een project op te starten, kwamen ze dan ook snel op het idee om jongeren te motiveren te stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart. Deels geïnspireerd door presentator Tim Hoffman die tijdens de landelijke verkiezingen probeerde de generatie “een schop onder z’n hol” te geven. Maar hoe doe je dat? Deel je flyers uit in de buurt van onderwijsinstellingen zoals veel politieke partijen doen? Ga je op Tinder zoals Student & Starter? Of ga je barbecueën met een student zoals de PvdA? Bij de honoursstudenten passeerden verschillende ideeën de revue en uiteindelijk werd gekozen om Facebook in te zetten. “Het is een makkelijke manier om veel jongeren te bereiken.”

Via Facebook dagelijks de drempel om te stemmen verlagen
Daarmee was de campagne 21 maart. Ik stem geboren. Sinds 16 februari en tot de verkiezingen delen de studenten op Facebook dagelijks feitjes, standpunten van verschillende partijen en zelfgemaakte filmpjes waarin bijna alle zestien deelnemende partijen reageren op stellingen. Telkens voorzien van de hashtag #21maartikstem en #weesnietDOM. “We bieden allereerst informatie aan mensen die nog nooit hebben gestemd”, vertelt Gijsbert. “We leggen bijvoorbeeld uit wanneer je je stempas krijgt en waar je kunt stemmen. Vervolgens vertellen we hoe de gemeenteraad werkt.” In een filmpje doen de studenten dat door weer te geven op welke manier de gemeenteraad het dagelijkse leven beïnvloedt. Zo leggen ze de kijker voor: ‘Wist je dat de gemeenteraad bepaalt of jij mag fietsen in de binnenstad?’. “Daarna vertellen we waar de partijen voor staan en hoe ze over bepaalde thema’s denken.”

De studenten hopen daarmee de drempels van leeftijdsgenoten om te gaan stemmen, weg te nemen. Daarbij richten zij zich nadrukkelijk niet alleen op UU-studenten, maar proberen ze ook jongeren buiten hun eigen netwerk te bereiken. Zo hebben ze bijvoorbeeld contact gelegd met andere onderwijsinstellingen met het verzoek de pagina onder hun studenten te delen. Ze verwachten op die manier meer jongeren te bereiken dan met de landelijke campagne Elke stem telt!. “Het bereik van de overheid is natuurlijk groot”, beaamt Eva, “maar ik denk dat het helpt dat jongeren zien dat wij tien studenten zijn. We zijn leeftijdsgenoten. En we kijken dus op een speelsere manier naar de politiek. Het is gewoon anders als je iets maakt voor jongeren door jongeren.”

Succes is moeilijk te bepalen
Hoewel Eva en Gijsbert volgens eigen zeggen best wel in het politieke wereldje thuis zijn, leren ook zij nieuwe dingen door elke dag een Facebookpost te maken over de lokale politiek. “Ik ben erachter gekomen dat Utrecht de meeste popconcerten per inwoner heeft”, vertelt Eva. “Daarbij baseerde ik mijn ideeën over politieke partijen op basis van hun landelijke programma. Voor de campagne heb ik voor het eerst de gemeentelijke verkiezingsprogramma’s gelezen. Dan zie je opeens hoe ze er lokaal invulling gegeven wordt aan een thema zoals sociale huur.”

“Ik heb geleerd dat de lokale politiek heel benaderbaar is”, vertelt Gijsbert. “Voor de filmpjes die we hebben gemaakt waarin politieke partijen reageren op vier stellingen, hebben we bijna alle lijsttrekkers gesproken en ze hebben ook bijna allemaal onze facebookpagina gedeeld. Dat had ik helemaal niet verwacht voordat ik aan dit project begon.”

Wanneer de campagne succesvol is, is volgens het tweetal lastig te bepalen. “Het zou mooi zijn als er meer jongeren naar de stembus gaan, maar het is heel moeilijk om ons aandeel daarin te bepalen.”

Advertentie