Amerikaanse universiteit schaamt zich voor slavernijverleden

De Amerikaanse Georgetown University biedt verontschuldigen aan voor haar slavernijverleden. Nazaten van de slaven krijgen vanaf nu voorrang bij de anders zo strenge selectie van de universiteit. 

De katholieke Georgetown University, waar voormalige presidenten Bill Clinton en Lyndon Johnson ook ooit studeerden, verdiende geld aan slaven. Om de universiteit van de ondergang te redden verkochten de bestuurders 272 slaven, wat hun destijds 115000 dollar opleverde. Omgerekend naar nu is dat zo’n 3 miljoen euro.

Slaven werden op de universiteit ook ingezet voor zwaar werk. Enkele gebouwen zijn waarschijnlijk gebouwd door slaven. Een ervan is zelfs vernoemd naar een bestuurder die betrokken was bij de verkoop van de slaven.

Gisteren bood de rector van de universiteit officieel zijn verontschuldigen aan. Hij beloofde de nazaten van de slaven een tegemoetkoming: zij kunnen nu net als familieleden van werknemers voorrang krijgen in de anders zo strenge selectie van de universiteit.

Ook krijgen de gebouwen een andere naam. Een van de gebouwen zal Isaac Hall gaan heten, naar een van de slaven die verscheept werd naar Louisiana. Een ander gebouw wordt vernoemd naar Anne Marie Becraft, oprichter van een school voor zwarte meisjes in Washington.  

Georgetown University staat in de top honderd van de wereldranglijst van Times Higher Education. Overigens had de universiteit in de negentiende eeuw een voormalig slaaf als rector: Patrick Francis Healy, die ook lesgaf in filosofie.

Volgens de New York Times is Georgetown University niet de enige Amerikaanse universiteit met een slavernijverleden. Meer dan twaalf universiteiten, waaronder Brown, Harvard en University of Virginia, hebben publiekelijk toegegeven banden te hebben gehad met slavenhandel.