Asscher kan islamitische universiteit niet aanpakken

De Islamitische Universiteit Rotterdam kan “in de problemen” komen als rector Ahmet Akgündüz zijn vermeend anti-westerse uitspraken niet nuanceert, dreigde minister Asscher vorige week in de Kamer. Maar hij kan de instelling weinig maken.

Vorige week zorgde een artikel in NRC Handelsblad voor commotie over een pamflet dat de rector heeft geschreven. Hij zou steniging hebben aangeduid als “één van de voorgeschreven straffen binnen de islam” en gezegd hebben dat mannen hun vrouw mogen slaan. Wat de minister van Sociale Zaken betreft staat de accreditatie van de hbo-bachelor- en masteropleiding op de tocht, laat zijn woordvoerder desgevraagd weten.

De theologiebachelor werd afgelopen maart door onderwijskeurmeester NVAO geaccrediteerd, de masteropleiding tot imam of islamitisch geestelijk verzorger al in 2010. Het simpele feit dat de rector er discutabele ideeën op nahoudt, is niet genoeg om die goedkeuring weer in te trekken. Zelfs als een bestuurder iets strafbaars doet – wat hier niet het geval lijkt – hoeft dat niet ten koste te gaan van het onderwijs.

Een eenmaal gegeven keurmerk kan niet zomaar worden afgenomen, bevestigt de Tilburgse hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens. “Ik zie op dit moment geen wettelijke grond om de accreditatie in te trekken. Hoe zorgelijk ik de uitspraken ook vind, dat kan alleen als die op onjuiste informatie was gebaseerd of als een opleiding niet doet wat is afgesproken.”

Overigens is het niet de minister van Sociale Zaken die een dergelijk proces in gang kan zetten, maar de minister van Onderwijs. Bussemaker zal, mocht ze daar reden toe zien, waarschijnlijk een speciale commissie van de NVAO moeten vragen onderzoek te doen naar de kwaliteit van de opleidingen. Die kan eventueel besluiten de studies bij nader inzien alsnog af te keuren.

Het is het enige wapen dat de minister in handen heeft, want de IUR is een particuliere instelling en ontvangt geen overheidssubsidie. Dreigen met het dichtdraaien van de geldkraan heeft dus geen zin.

Of het ministerie van Onderwijs inderdaad nader onderzoek gaat doen, is nog niet bekend.

Advertentie