Bedrijfsleven sponsort talentvolle scheikundestudenten

Om iets te doen aan het verwachte tekort aan bèta’s gaat het bedrijfsleven beurzen van 500 euro per maand verstrekken aan talentvolle leerlingen die kiezen voor scheikunde. Utrecht heeft de primeur.

Utrecht is proeftuin voor de zogenoemde ‘topsectorchemiebeurs’ die komt uit de portemonnee van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI). De beurs van 500 euro per maand, een gift bovenop de bestaande studiefinanciering, wordt komend jaar alleen nog gegeven aan maximaal vijf excellente leerlingen die kiezen voor de bacheloropleiding Scheikunde in Utrecht. Vanaf het studiejaar 2013-2014 stelt de VNCI landelijk 60 beurzen (20 WO, 40 HBO) beschikbaar voor scholieren die kiezen voor een chemiestudie.

Het initiatief is “noodzakelijk”, schrijft de VNCI in een persbericht, om ook in de toekomst voldoende bèta’s te hebben. De aanlokkelijke beurzen moeten de tegenvallende instroom bij scheikundeopleidingen bevorderen. “Eerst naar een studie en vervolgens naar een baan in de chemiesector”, schrijft de belangenvereniging voor chemische bedrijven in een persbericht.

Landelijk kampen scheikundeopleidingen met een teruglopende instroom van studenten. Utrecht ook. In 2009 kwamen nog 91 scholieren naar Utrecht voor de bacheloropleiding Scheikunde, aan het begin van het huidige studiejaar waren dit er 60. Het is de bedoeling dat de instroom voor komend jaar op 80 ligt, en op 110 voor in 2015, blijkt uit een recent sectorplan (pdf) van de faculteit Bètawetenschappen.

“Er is een grote behoefte aan chemici en met het verstrekken van chemiebeurzen levert de industrie een belangrijke impuls om dit probleem op te lossen”, reageert Andries Meijerink, onderwijsdirecteur van de opleiding Scheikunde. “Dankzij de chemiebeurs kunnen getalenteerde studenten zich optimaal ontwikkelen zonder een tijdrovende bijbaan.”

Van de beursontvangende studenten wordt wel het een en ander verwacht. Ze moeten niet alleen meedoen aan een extracurriculair honoursprogramma van 10 studiepunten per jaar, ze moeten ook nominaal studeren. Doen ze dat niet, dan verliezen ze de beurs. Het tot dan toe ontvangen geld hoeven studenten achteraf niet terug te betalen, vertelt Margot Kok, die als secretaris van de Undergraduate School Bètawetenschappen betrokken is bij de nieuwe chemiebeurzen.

Middelbare scholieren kunnen zich tot 1 juni aanmelden voor een chemiebeurs. Bij de selectie wordt gekeken naar de cijfers voor wiskunde en scheikunde, het profielwerkstuk en de motivatiebrief die de leerlingen moeten meesturen, zegt Kok. Een aanbevelingsbrief van een docent is gewenst, niet verplicht.

Na een eerste selectie door de Universiteit Utrecht, worden de kandidaten in contact gebracht met de beursverstrekkende chemiebedrijven. Als dat een match oplevert, wordt een student gekoppeld aan een chemiebedrijf. De student zal gedurende zijn of haar studie contact houden met het beursverstrekkend chemiebedrijf en hier ook stage lopen. “De details moeten nog uitgewerkt worden”, vertelt Margot Kok van de faculteit Bètawetenschappen. Het programma moet “niet te dwingend” zijn en de student is na de bacheloropleiding geheel vrij in zijn of haar keuze voor een werkgever of een masteropleiding.

Het bedrijfsleven heeft geen invloed op de inhoud van het onderwijsprogramma, benadrukt Kok. “De Universiteit Utrecht blijft eindverantwoordelijk voor het complete onderwijsprogramma. We luisteren wel goed naar het bedrijfsleven om te horen welke competenties belangrijk zijn en gevraagd worden.”

Voor zover bekend is dit de eerste keer dat het bedrijfsleven scholarships geeft aan studenten in de bachelorfase. Bij de tweejarige master Notarieel Recht aan de Universiteit Utrecht betalen grote notariskantoren mee aan het collegegeld van de studenten. 

Advertentie