Volgens minister Bruins:

Bemoeienis met onderwijstaal botst niet met academische vrijheid

Wetenschap. Foto: Pixabay
Foto: Pixabay

De academische vrijheid staat onder druk, stelt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Bijvoorbeeld doordat wetenschappers steeds meer geld bij bedrijven en andere overheden moeten halen. De ruimte voor ongebonden onderzoek slinkt en het risico op beïnvloeding neemt toe, zei het wetenschapsgenootschap twee weken geleden.

En dan is er ook nog de wens van onderwijsminister Eppo Bruins dat bepaalde bacheloropleidingen van het Engels op het Nederlands overstappen. Die bemoeienis met de onderwijstaal schendt de autonomie van hogescholen en universiteiten, aldus de KNAW.

Toegankelijkheid
Maar minister Bruins is het niet met die kritiek eens, liet hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer weten. Zijn plannen om te vernederlandsen vormen geen inbreuk op de academische vrijheid, vindt hij. Bovendien betaalt de overheid voor het onderwijs, dus mag ze er ook iets van vinden. 

In Bruins’ woorden: “Academische vrijheid betekent niet dat de overheid geen keuzes kan maken met betrekking tot de doelmatigheid (financiering) en toegankelijkheid van het bekostigde onderwijs.”

Voor ‘ongebonden onderzoek’, gedreven door de nieuwsgierigheid van wetenschappers zelf, geldt iets anders. Bruins: “Ik vind het belangrijk dat de overheid terughoudend is als het gaat om directe sturing op onderzoek en kennisoverdracht in lijn met de grondwettelijke vrijheid van inrichting van onderwijs en onderzoek.”

Screening botst wel
De KNAW leverde ook kritiek op aankomend wetsvoorstel over kennisveiligheid. Straks moeten masterstudenten en onderzoekers die in de buurt komen van gevoelige kennis vooraf gescreend worden door de overheid. 

Bruins erkent dat dit voorstel op gespannen voet staat met de academische vrijheid. De screening botst met het open karakter van de wetenschappen. Maar kennisveiligheid is ook van belang. Hij wil zo precies mogelijk ingrijpen, zodat zo min mogelijk mensen er last van krijgen. Waarschijnlijk gaat het om maximaal 10.000 screenings van wetenschappers en studenten per jaar, bleek eerder.

Activistische wetenschappers
In zijn brief stelt de minister geen nieuw beleid voor. Wel zegt hij te overwegen om de academische vrijheid sterker te verankeren in de wet, maar daarover wil hij eerst advies van de KNAW. 

Dat laatste geldt ook voor de vraag hoe activistisch wetenschappers mogen zijn. Maken demonstrerende onderzoekers gebruik van hun academische vrijheid of van hun recht op vrijheid van meningsuiting, net als andere burgers? Volgens Bruins zijn hier “zorgen” over, al zegt hij niet van wie, en daarom wil hij graag dat de KNAW ernaar kijkt.

Dringende oproep
Man en paard noemt de minister sowieso niet graag. Hij sluit af met een “dringende oproep” aan politici in de Tweede Kamer. Die moeten “alert” zijn op hun eigen rol in het borgen van de academische vrijheid, de veiligheid van onderzoekers en het vertrouwen in de wetenschap. 

Bruins: “Geef de academische sector de vrijheid om zelf invulling te geven aan deze waarden en de veiligheid om hier structureel aan te werken. En leer de wetenschap en wetenschappers kennen. Vertrouwen begint bij wederzijds begrip.”

Dit schreef de minister dus voordat de PVV uit het kabinet stapte. Wie hij met zijn oproep wil aanspreken, zei hij er niet bij. Zijn woordvoerder kon het niet vertellen. Dinsdagmiddag debatteert hij met de Tweede Kamer over academische vrijheid – als dat doorgaat. 

Advertentie