Beurs voor lerarenopleiding op masterniveau
Wie leraar in een vak als Duits, Latijn of natuurkunde wil worden, kan voor de universitaire masteropleiding een beurs van 3000 tot 5000 euro krijgen. Hetzelfde geldt voor enkele educatieve masteropleidingen in het hbo.
Met deze beurzen wil staatssecretaris Dekker van Onderwijs meer leraren met een masterdiploma voor de klas krijgen. Ook studenten die nu aan hun masteropleiding beginnen kunnen er nog van profiteren. Ze moeten de beurs dan wel vóór 1 november aanvragen.
De beurzen werden vorig jaar al aangekondigd, toen duidelijk werd dat de basisbeurs zou worden afgeschaft. De regeling is vandaag gepubliceerd.
Voor studenten van universitaire masteropleidingen is tot en met 2018 3 miljoen euro subsidie per jaar beschikbaar. Dekker hoopt dat er in totaal duizend extra studenten zullen worden verleid om leraar te worden in de tekortvakken Nederlands, Frans, Duits, Engels, Grieks of Latijn en de bètavakken natuurkunde, wiskunde of scheikunde. De beurs voor bètastudenten is 2000 euro hoger dan die voor talenstudenten, omdat bèta’s “minder snel geneigd zijn om een lerarenopleiding te volgen”.
Er is geen beurs voor studenten aan eerstegraads masteropleidingen in het hbo – ook al zijn zij straks eveneens bevoegd om in de bovenbouw van het vwo les te geven. Staatssecretaris Dekker liet al eerder weten dat hij vooral meer academici voor de klas wil.
Maar het hbo valt niet helemaal buiten de boot. Voor recent afgestudeerden van de pabo is tot en met 2017 één miljoen euro aan beurzen beschikbaar. Ze moeten dan doorstuderen aan een hbo-masteropleiding special educational needs, leren & innoveren of pedagogiek. Ook voor de universitaire masteropleidingen onderwijskunde en pedagogische wetenschappen komen beurzen beschikbaar. Het ministerie hoopt op een toename van 600 extra masterstudenten.
In het basisonderwijs moet in 2020 30 procent van de onderwijzers een masteropleiding hebben gevolgd. In 2013 was dat 20 procent. In de bovenbouw van het vwo moet het aandeel academici groeien van 53 naar ruim 80 procent.