‘Bezuinigingen zetten Nederland op achterstand’

Dankzij het hoger onderwijs worden toekomstige generaties slimmer, kritischer en kunnen zij efficiënter werken aan nieuwe oplossingen, zowel in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek als in samenwerkingen met overheden en het bedrijfsleven. Universiteiten dragen daarmee ruimschoots bij aan het behoud van de leidende concurrentiepositie van Nederland in de wereld. Door nu te bezuinigen verschraalt het onderwijs en raakt de innovatiecapaciteit achterop. 

Dat schrijven de medezeggenschappers van alle Nederlandse universiteiten, inclusief de theologische universiteiten, de Open Universiteit en de Universiteit van Humanistiek. 

Speciale aandacht vragen ze voor de impact van de bezuinigingen op studenten. Minder geld betekent minder docenten, minder tijd per student , minder contact en daarmee een verlies aan kwaliteit van het onderwijs. De studenten vrezen dat het onderwijs meer gedigitaliseerd zal worden en schrijven dat de covid-periode wel heeft geleerd dat fysiek contact enorm belangrijk is. 

De langstudeerboete zal volgens de studenten de kansenongelijkheid vergroten. Deelname aan medezeggenschap wordt moeilijker en het wordt haast onhaalbaar meerdere opleidingen te doen of te werken aan zelfontplooiing. Ze spreken daarbij de minister aan op zijn eigen verleden als alumnus van zowel het conservatorium als de opleiding natuurkunde.

Gedwongen ontslagen
Voor de medewerkers vrezen de auteurs gedwongen ontslagen en weinig kansen op een universitaire loopbaan voor met name jonge onderzoekers zonder vast contract. De achterblijvers zullen dan te maken krijgen met een nog hogere werkdruk. “Deze harde bezuinigingen zullen een generatie wetenschappers breken, en daarmee nog tientallen jaren aan problemen veroorzaken. Het doorvoeren van deze bezuiniging zal Nederland in alle opzichten voorgoed op achterstand zetten.”

Lieke Fokker van de Utrechtse Universiteitsraad was betrokken bij de totstandkoming van deze brief. “De Groningse raad heeft het initiatief genomen en wij ondersteunen dat in Utrecht met de hele Universiteitsraad. Wij hopen hiermee te bereiken dat het voor de minister duidelijk wordt hoe breed binnen de universitaire wereld het probleem van deze bezuinigingen gedragen wordt. In de brief geven we ook argumenten waarom we vinden dat de bezuinigingen slecht zijn.” 

De brief eindigt met een uitnodiging aan de minister om met de medezeggenschap in gesprek te gaan om te kijken naar mogelijke oplossingen. Lieke: “Het liefst willen we dat de bezuiniging van tafel gaat. Maar mocht dat niet lukken, dan willen we in ieder geval betrokken worden bij de manier waarop het hoger onderwijs hervormd gaat worden of alternatieven voor bezuinigingen kunnen aangeven.”