Botanische Tuinen moeten geld gaan verdienen

De Botanische Tuinen lenen zich heel goed voor een festival zoals De Beschaving

Meer onderwijseducatie, meer tentoonstellingen, meer festivals en een locatie voor feesten en partijen. Het zijn plannen om de Utrechtse Botanische Tuinen aan geld te helpen.

Steeds meer Nederlandse universiteiten stoten hun Botanische Tuinen af. De tuinen passen niet meer in het onderzoek- en onderwijsprogramma of zijn te duur. Amsterdam was de eerste die de tuin de deur uit deed. Inmiddels hebben ook Groningen en zelfs het groene Wageningen Universiteit hun hortus af gestoten. De Vrije Universiteit is haar tuin aan het ontmantelen.

Zo ver zal het in Utrecht niet komen, is de stellige overtuiging van directeur Arie Oudijk. Dit voorjaar stelde het universiteitsbestuur dat de Botanische Tuinen in De Uithof in zijn geheel onderdeel van de Universiteit Utrecht mogen blijven. Wel moeten de tuinen kijken waar er bezuinigd kan worden en moeten ze meer geld gaan verdienen.

De Botanische Tuinen vieren in 2014 dat ze 375 jaar bestaan. Ooit opgericht als medicinale tuin. Ook wordt volgend jaar gevierd dat de hortus 50 jaar geleden verhuisde naar De Uithof. Door de uitspraak dit voorjaar van het College van Bestuur kijken de medewerkers van de hortus er weer naar uit. De afgelopen jaren hebben ze tussen hoop en vrees geleefd.

De hortus kost nu ongeveer 2 miljoen euro. Directeur Oudijk: “Organisatorisch gezien hoorden we aanvankelijk bij de faculteit Biologie. Die ging op in de Bètafaculteit. Door bezuinigingen en veranderingen in het onderzoek en daarmee het onderwijs, is de rol van de tuinen voor de faculteit veel kleiner geworden. De bèta’s hebben altijd gezegd de tuin prachtig te vinden, maar de faculteit wil alleen nog betalen voor het onderwijs en onderzoek waarvoor de tuinen nodig zijn. Voor alle andere functies niet.” Een onzekere tijd brak aan. Want wie wil wél betalen voor overige activiteiten van de tuinen? Want hoewel de tuinen in 2012 door in totaal zo’n 70.000 mensen is bezocht, levert de plantencollectie op zichzelf geen geld op. Hoe uniek ook, er bestaan geen subsidies voor een hortus in Nederland.

Deze zomer zijn er na de uitspraak van het College van Bestuur plannen bedacht voor de Botanische Tuinen waarmee geld bespaard en geld verdiend kan worden. Hier deden verschillende UU’ers aan mee, onder wie de medewerkers van de tuinen en het Utrecht Science Park. Zij opperden ideeën op het vlak van onderwijs & onderzoek, recreatie, wetenschapsvoorlichting en de museale functie van de botanische collectie.

De ideeën vlogen over tafel, zeggen Oudijk en hoofd van de tuinen hortulanus Gerard van Buiten. Het team van de tuinen vindt al jaren dat er meer uit de Botanische Tuinen is te halen, maar door de onzekerheid over de toekomst kwam het nog niet tot daden. Organisatorisch hoopt het duo onderdak te vinden bij het cluster Wetenschap & Cultuur waar ook het Universiteitsmuseum,  Parnassos en de Faculty Club onder vallen. De hoop is om zo de krachten te bundelen.

Eén van de ideeën van de brainstormmiddag is om de belangstelling voor de bijzondere collectie meer te combineren met wetenschapsvoorlichting of onderwijs aan scholieren. Ook vinden Oudijk en Van Buiten dat de tuinen zich uitstekend lenen voor een tentoonstelling zoals is bewezen tijdens de expositie van opblaasbare kunstwerken van Paul McCarthy in 2009. Toen bezocht een record aantal bezoekers de tuinen in De Uithof. Of voor een festival. “We hebben heel goede ervaringen met Festival de Beschaving”, zegt Van Buiten. “Aanvankelijk waren we bang dat de bezoekers planten zouden vernielen, maar de festivalgangers gedragen zich echt keurig. We hoeven alleen de grasmat maar wat te herstellen.”

Tijdens de brainstormsessie is ook gekeken of er nog wat te bezuinigen valt. Het kassencomplex dat bestemd is voor onderwijs en onderzoek kan kleiner. Daartegenover staat de wens een representatieve slecht-weerruimte te bouwen in de tuinen. Gerard van Buiten: “Niet alleen om onze bezoekers een droge plek te bieden, maar ook om de ruimte te verhuren voor bijvoorbeeld een receptie. Zo’n representatieve ruimte in De Uithof kan worden wat het Academiegebouw is voor de binnenstad.”

Directeur Oudijk zegt dat er in de tuinen op één plek mag worden gebouwd. “In een hoekje tegenover het Educatorium.” Bouwen vergt natuurlijk een investering, weet ook Oudijk. “Maar misschien kunnen we een particulier vinden die interesse heeft.”

Wat de tuinen in De Uithof ook kan helpen is als de universiteit en de gemeente Utrecht wat meer bekendheid zouden geven aan de Botanische Tuinen, zegt Van Buiten. “De hortus in Amsterdam is bekend omdat de gemeente er veel aandacht aan geeft. Het zit natuurlijk op een mooie plek nabij het centrum. Net als de tuinen in Leiden eigenlijk. Die zijn ook veel bekender dan de onze, omdat deze universiteit haar trots niet onder stoelen of banken steekt.”

Want de groene long van De Uithof heeft een bijzondere collectie aan planten, zegt Oudijk.  “Samen beheren alle Nederlandse botanische tuinen de nationale plantencollectie. Maar we hebben allemaal unieke soorten.  We hebben in de tropische kassen alleen al 400 soorten die alleen in Utrecht groeien.” Van Buiten: “Maar ook in onze rotstuin staan zeldzame exemplaren.”

Het wachten is op het rapport van de stuurgroep die van alle plannen een samenhangend geheel moet maken, en het rapport plus een advies vervolgens aan het College van Bestuur moet sturen. Voorzitter van de stuurgroep is Joop Kessels, directeur van de Universitaire Bestuursdienst: “Universitaire middelen moet je zorgvuldig inzetten. Zeker in deze financieel moeilijke tijden”.

Op dit moment, zegt hij, bekijken de faculteit Geowetenschappen en de faculteit Bètawetenschappen waarvoor zij de tuinen nog nodig hebben en hoeveel hen dat gaat kosten. De stuurgroep laat momenteel onderzoeken welke plannen die tijdens de brainstormsessie zijn bedacht, wenselijk en haalbaar zijn en hoeveel geld de universiteit beschikbaar kan stellen als het gaat om de publieksfunctie van de tuinen. “Dan kijken we naar de betekenis van de tuinen voor de medewerkers en studenten van de universiteit en voor de Uithofpartners. Ook kijken we naar de algemene publieksfuncties. Deze zijn in de afgelopen jaren toegenomen, maar vlakken nu wat af. Niet onbelangrijk is het kassencomplex. Die moeten eerdaags worden opgeknapt of vervangen, dat vergt ook een investering.”

Kessels verwacht dat de rapportage voor het universiteitsbestuur vlak voor de winter klaar is.

 

De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht bestaan in 2014 375 jaar. Volgend jaar wordt dit uitgebreid gevierd, tegelijk met het feit dat 50 jaar geleden is begonnen met de aanleg van de rotstuin, het oudste stukje tuin in De Uithof.

Bij de tuinen werken 20 mensen die samen 18 fulltimebanen representeren.

Zeventig mensen werken vrijwillig voor de tuinen.

Er staan 7000 plantensoorten op een oppervlakte van 9 hectare, inclusief de fortgracht.

Per jaar komen zo’n 35.000 betalende bezoekers naar de hortus. Nog eens35.000 andere belangstellenden weten de tuinen te vinden. Hieronder vallen studenten en medewerkers die gratis de tuinen in mogen.

De Botanische Tuinen sluiten tussen 1 december en 1 maart voor het publiek. Medewerkers en studenten kunnen het hele jaar door naar binnen via een deur naast de hoofdingang of via de zijingang met een XS-pas.

 

Advertentie