Boze faculteitsraad eist helder toekomstplan Rechtsgeleerdheid
De faculteitsraad van Recht, Economie, Bestuur & Organisatie vroeg vorige week om uitleg en excuses van vice-decaan Ton Hol. Hij had op DUB een grote beleidswijziging aangekondigd: het Utrecht Law College wordt niet uitgebreid en de reguliere bacheloropleiding blijft bestaan. De raad eiste een helder toekomstplan.
De meeste studenten en medewerkers van het departement Rechtsgeleerdheid moesten via deze website vernemen dat de reguliere bacheloropleiding blijft bestaan en dat het Utrecht Law College (ULC), dat dit jaar tien jaar bestaat, niet zal groeien. Dat zeiden de leden van de faculteitsraad van Rebo vorige week donderdag 11 februari.
De raadsleden vonden dat het bestuur van Rebo een dergelijke “majeure beleidswijziging” eerst officieel had moeten meedelen aan de eigen medewerkers en studenten. De bacheloropleiding zou in de toekomst alleen nog bestaan uit vier colleges voor excellente, geselecteerde studenten. De reguliere opleiding zou verdwijnen. Dat beleid werd in 2011 ingezet.
Volgens personeelslid Nico Paolino leverde het nieuws “best schokkende reacties” op in de faculteit. Zelfs de docenten van het ULC waren niet op de hoogte, zei hij. Personeelslid Eelke Sikkema zei dat sommige medewerkers zich bedrogen voelen, omdat zij “hier zijn blijven werken omdat ze de colleges aan de horizon zagen”. Studentlid Florine Oosterloo eiste excuses omdat het bestuur de raad had gepasseerd en daarmee de vertrouwensband met het medezeggenschapsorgaan schade had aangebracht.
Excuses volgden, maar de vice-decaan en departementshoofd van Rechtsgeleerdheid Ton Hol zei ook dat hij dacht dat de raadsleden het nieuws wel hadden zien aankomen. Tenslotte zette hij al sinds september tijdens verschillende raadsvergaderingen vraagtekens bij de haalbaarheid van het plan om het aantal colleges uit te breiden tot vier. Zeker toen bekend werd dat het departement het Kenmerk Kleinschalig & Intensief Onderwijs - wat onder meer nodig is om studenten te mogen blijven selecteren - niet had binnengehaald voor de huidige twee colleges. “Als we de beleidswijziging eerst hier hadden besproken, was het nieuws dan beter overgekomen? Hoe communiceer je dergelijke plannen? Ik had de plannen wel al besproken met de voorzitters van de afdelingen van de colleges.”
De faculteitsraad aanvaardde de excuses en eisde een helder toekomstplan van het Rebo-bestuur. Hoe wil de faculteit de reguliere rechtenopleiding en de colleges voortzetten en wat wordt precies de verhouding tussen de twee en hoe past het honoursonderwijs hierin? Daarnaast wilde de raad graag weten hoe het bestuur in het vervolg beleidswijzigingen zal communiceren.
Ton Hol zegde toe binnen twee maanden met een stuk te komen wat meer duidelijkheid moet geven over de toekomst van Rechtsgeleerdheid. Duidelijk is al wel dat het bestuur opnieuw gaat proberen het Kenmerk Klein & Intensief onderwijs binnen te halen, want alleen met dit kenmerk mag de universiteit de collegestudenten extra collegegeld vragen. Dit extra geld heeft de faculteit nodig om de hogere kosten van het college te dekken, zei Hol. Nu komt dat extra geld van het universiteitsbestuur. “Vanaf volgend jaar moeten we de extra kosten uit onze reserves betalen. Daar hebben we voor gespaard, maar de colleges kunnen we uiteindelijk alleen overeind houden als we het Kenmerk Klein & Intensief onderwijs krijgen.”
Rector tijdens U-raad: ‘Het is een verstandig besluit’
De kwestie over de beleidswijziging van Rechtsgeleerdheid leidde ook tot vragen in de Universiteitsraad van maandag 15 februari. Studentlid Miny Rajiv wilde weten of het College van Bestuur zich achter de beslissing van het Rebo-bestuur schaart. Ook vroeg ze of het Rebo-besluit past in het streven van het universiteitsbestuur naar kleinschalig onderwijs.
“Het is een verstandig besluit”, antwoordde rector Bert van der Zwaan. Van der Zwaan zei dat het college-onderwijs alleen kan bestaan als er extra collegegeld voor gevraagd mag worden. En dat kan alleen als het ULC het kenmerk Kleinschalig & Intensief Onderwijs krijgt.
In de tijd dat de toekomstplannen voor het Law College werden ontwikkeld, zo herinnerde Van der Zwaan de U-raad, neigde de Haagse politiek tot de invoering van collegegelddifferentiatie. Hierdoor mochten bijvoorbeeld honoursopleidingen een hoger collegegeld gaan vragen aan haar studenten. Dit plan leek wet te worden getuige de zogeheten prestatieafspraken die de Universiteit Utrecht maakte met het ministerie van Onderwijs. Minister Bussemaker kwam de afspraak echter niet na, waardoor het plan over collegegelddifferentiatie weer van tafel ging. “De meerkosten kunnen nu dus alleen worden afgedekt door extra geld aan studenten te vragen.”
Het besluit doet ook niets af aan de wens van het universiteitsbestuur voor kleinschalig onderwijs, zei hij. “Alle faculteiten hebben van ons extra geld gekregen om het onderwijs kleinschaliger te maken. Dus ook de reguliere opleiding van Rechtsgeleerdheid wordt kleinschaliger.”
Tenslotte wilde de U-raad weten hoe het universiteitsbestuur denkt over de wijze waarop de beleidswijziging werd gecommuniceerd met de faculteitsraad. Daar was het CvB duidelijk over: “Wij gaan niet over de faculteitsraad en gaan niet tussen de decaan en de raad zitten.”