Pro-Palestinademonstraties
Bruins vraagt universiteiten aangifte te doen bij antisemitisme
Na de veelbesproken rellen in Amsterdam heeft het kabinet vaart gemaakt met een strategie tegen antisemitisme. Voor het hoger onderwijs lijkt deze strategie vooral een voortzetting van het huidige beleid rond sociale veiligheid en demonstratierecht.
Sociale veiligheid
Het ministerie van Onderwijs werkt bijvoorbeeld al een poos aan verbetering van de sociale veiligheid in het hoger onderwijs. Meestal gaat het dan om de strijd tegen seksuele intimidatie en machtsmisbruik, maar ook discriminatie en racisme vallen eronder – en dus antisemitisme.
De hogescholen en universiteiten werken aan een monitor over sociale veiligheid. De minister gaat volgens deze strategie met hen praten “over de mogelijkheden om de ervaren veiligheid van Joodse studenten en medewerkers hierin mee te nemen”.
In de pijplijn zit een onderzoek naar de klacht- en meldvoorzieningen in het hoger onderwijs. Die kunnen beter, is de stemming na een reeks van incidenten waarin wantoestanden konden voortbestaan en meldingen niet goed zijn afgehandeld of zelfs alleen maar pijnlijk bleken voor de melders. Daarbij wordt ook gekeken naar antisemitisme, staat nu in de strategie.
Voor vertrouwenspersonen in het hbo en wo komt er een handreiking over het “herkennen van en omgaan met” antisemitisme. Misschien komen er trainingen of workshops achteraan.
Demonstraties
Het hoger onderwijs staat in de schijnwerpers vanwege de demonstraties en bezettingen in protest tegen de banden van universiteiten en hogescholen met Israël. De activisten vinden zichzelf niet antisemitisch, maar volgens anderen zijn ze dat soms toch – of anders hun slogans wel, bijvoorbeeld de bekende leus ‘from the river to the sea’, die tot het wegvagen van Israël zou oproepen.
Het kabinet schrijft: “De demonstraties die plaatsvonden bij verschillende instellingen door het hele land om aandacht te vragen voor de situatie in het Midden-Oosten en het leed in Gaza, hebben helaas voor sommige Joodse studenten gezorgd dat zij zich vanwege hun Joods-zijn niet prettig of soms zelfs onveilig voelen op de instelling.”
Dus wijst de minister van OCW bestuurders op het belang van aangifte “op het moment dat iemand zich schuldig maakt aan antisemitisme”. Ook moeten ze maatregelen treffen als iemand zich binnen de instelling “in strijd met de huisregels” gedraagt.
Diversiteit
Sommige politici gebruiken de strijd tegen antisemitisme om de tegenstellingen in de samenleving te versterken, maar dat wil OCW kennelijk niet doen. In de strategie staat een aanmoediging voor universiteiten en hogescholen om te zorgen voor meer inclusieve voorzieningen en inclusief beleid, “waarbij ook rekening wordt gehouden met leerlingen en studenten die uiting willen geven aan hun religie en identiteit, en op andere manier hun godsdienst willen belijden (zoals gebedsruimten)”. Dat geldt dan net zo goed voor moslims en andere gelovigen.
Ook dat ligt in de lijn van eerder beleid. “Om polarisatie en discriminatie in de klas tegen te gaan”, schrijft het kabinet, “worden docenten bij mbo-, hbo- en wo-instellingen ondersteund bij het bespreekbaar maken en het stimuleren van een leergemeenschap rondom disruptieve gebeurtenissen in de maatschappij, zoals het conflict in het Midden-Oosten.”
Taskforce
Ter bestrijding van antisemitisme in de samenleving komt er een ‘taskforce’ die maatregelen moet bedenken om de veiligheid van Joden te vergroten, “waaronder de veiligheid van Joodse studenten op hogescholen en universiteiten” en “het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten”.
Onlangs is een activist de toegang tot Nederland ontzegd die aan de Radboud Universiteit Nijmegen zou spreken. Het gebeurde alsnog via een live-stream. Wat voor verdergaande maatregelen het kabinet voor ogen heeft, is nog afwachten.
Moties
Afgelopen dinsdag is een motie van BBB weggestemd die opriep tot ‘financiële straffen’ voor onderwijsinstellingen die sprekers uitnodigen “die de vernietiging van Israël propageren” en voor scholen die geen onderwijs over de holocaust willen verzorgen. Van de vier coalitiepartijen was NSC ertegen.
Een andere BBB-motie is wel aangenomen: de overheid moet zo min mogelijk in gesprek gaan met organisaties die antisemitische uitlatingen doen of zich voor Hamas uitspreken.
Wat precies onder antisemitisme valt, is overigens omstreden. Volgens de ene definitie hoort kritiek op de staat Israël er ook bij, terwijl een andere dat erbuiten houdt. Ook menen sommigen dat ‘antizionisme’ een bedekte term voor Jodenhaat is, terwijl anderen een onderscheid maken.