Burger en wetenschapper kijken elk door andere bril naar de vragen van de maatschappij

Het was wat onwennig allemaal, het gesprek tussen wetenschappers en ‘gewone burgers’ over de Nationale Wetenschapsagenda. “Dit is de start van een proces dat misschien wel tien jaar duurt.”

Wim Schipper (65) maakt zich zorgen over het financiële systeem. “Wat moet er gebeuren als dat in elkaar stort”, vroeg hij aan de wetenschap, “want de kans dat dat gaat gebeuren is niet nul.” Naast hem staat Anton Hopmans (65). Hij vraagt zich af of er een beter systeem is te bedenken dan een democratie. “Ik ben benieuwd hoe de wetenschap daar op dit moment in staat.”

De twee mannen behoren tot de duizenden mensen die een vraag hebben ingediend voor de Nationale Wetenschapsagenda, nadat voorzitters Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan begin dit jaar een oproep deden. Meer dan de helft kwam van individuen, en niet van organisaties of instituten.

Om het gesprek met al die individuen niet ineens te laten verstommen, organiseerde de Universiteit Utrecht gisteren een bijeenkomst. In het statige Paushuize, achter de Dom van Utrecht, kwamen wetenschappers, burgers en maatschappelijke organisatie samen om te praten over thema’s als ‘arbeidsmarkt’, ‘gelijkheid’ of ‘economie’.

Dat gesprek bleek soms best onwennig. Veel vragenstellers zijn bezorgd, ze willen weten “hoe we dat nu gaan doen, met miljarden mensen op deze aardkloot” of eisen een antwoord op de vraag “waarom de overheid miljarden heeft gestolen uit onze AOW-pot”. Het gezelschap is divers: de branchevereniging voor hoveniers is aanwezig omdat die een vraag heeft gesteld over leefbaarheid in de stad, beeldend kunstenaar Freddy Lap (75) vroeg de wetenschap waarom pyromanen zo vaak mannen zijn.

“Mensen stellen een vraag, maar hebben vaak het antwoord al”, valt hoogleraar Mirko Noordegraaf op. Hij begeleidde een gesprek over de arbeidsmarkt, waar de afgewogen wetenschappers niet altijd werden begrepen door bezorgde burgers die in hun omgeving voedselbanken zien verschijnen en horen dat steeds meer mensen werkloos zijn.

De vaak verontwaardigde bijdragen ontlokken voorzitter Rinnooy Kan de uitroep dat hij “zo wordt getroffen door de stelligheid waarmee jullie spreken. Honderd jaar geleden sloegen mensen machines kapot omdat ze ervan overtuigd waren dat die alleen maar ellende zouden brengen. Maar ik denk dat we veilig kunnen zeggen dat onze welvaart sindsdien alleen maar is gegroeid.” Het stelt veel aanwezigen nog niet gerust.

“Een gesprek tussen wetenschap en samenleving vraagt van beide kanten stappen”, concludeert Bas van Bavel dan ook. Van Bavel is programmadirecteur van ‘Institutions for Open Societies’, dat de bijeenkomst heeft georganiseerd. “Dit zijn twee verschillende werelden die samenkomen. Dit gesprek is de start van een proces dat misschien wel tien jaar duurt.”

“De wetenschap moet meer verbinding zoeken met de maatschappij en inzichten beter terugkoppelen, daarin schieten we echt tekort”, zegt Van Bavel tijdens de dagafsluiting. “Maar dit gesprek vraagt ook iets van u”, vervolgt hij richting de vragenstellers. “U moet accepteren en respecteren dat de wetenschap geen pasklare antwoorden heeft. Het is niet: u vraagt, wij draaien.”

De Nationale Wetenschapsagenda wordt eind november gepresenteerd en is onder meer bedoeld om wetenschap en samenleving dichter bij elkaar te brengen. De bijna twaalfduizend ingediende vragen zijn teruggebracht tot 140 ‘clustervragen’ waar onderzoekers mee aan de slag kunnen.  

Advertentie