Bussemaker praat met Utrechtse studenten over het lastige gesprek in de klas
Wat moet je doen als leraar wanneer een leerling zich racistisch uitlaat? Minister Jet Bussemaker ging hier maandagmiddag over in gesprek met enkele Utrechtse studenten van de lerarenopleiding en beginnende docenten.
Elke minister geeft vanwege het Europese voorzitterschap van Nederland ergens in ons land een gastcollege. “Ik wilde niet een hoorcollege geven”, vertelt Jet Bussemaker in de sfeervolle faculteitszaal van Sociale Wetenschappen in het Langeveldgebouw. “Mijn voorkeur ging uit naar een werkgroep om met studenten in contact te komen over een thema waar ik mee bezig ben.”
Zo’n thema is ‘lastige gesprekken in de klas’. Na de aanslagen in Parijs van Charlie Hebdo en Bataclan wordt in Europees verband gesproken hoe je radicalisering van jongeren kunt voorkomen. Het onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol. Docenten krijgen van nabij te maken met leerlingen die heel uitgesproken standpunten hebben. Bussemaker wilde weten hoe je daar als (beginnend) docent mee omgaat en wat zij als minister kan doen om die docenten te helpen.
Uit een onderzoekje onder docenten bleken sommige thema’s als lastig ervaren worden. Zoals hoe je omgaat met anitislamisme, seksuele diversiteit, fundamentalisme of integratie van etnische minderheden.
Bijna alle aanwezige docenten hadden wel voorbeelden uit de praktijk. Een leerling die niet over ‘die homo’s’ wil praten in de klas, een leestekst waarbij leerlingen veel begrip hebben voor de politie die tijdens een schoolreis alleen gekleurde mensen eruit haalt bij een controle of een zwarte leerling die door het raam kijkt en door de klas direct wordt aangesproken met ‘Zwarte Piet'.
Wat uitgebreider werd ingegaan op een voorbeeld uit een Utrechtse school waar leerlingen weigerden mee te doen aan het initiatief van de school om na de aanslag in Bataclan één minuut stilte te houden. Sterker nog, de leerlingen verstoorden die minuut door keihard te gaan schreeuwen. Wat doe je dan?
“Streng optreden”, zei de één. “Het gesprek aangaan waarom ze dat doen”, zei de ander. “Je eigen emotie laten zien”, vond een docent. Het bleek toch wel lastig hoe je hiermee omgaat. “Je mag de leerlingen niet van je vervreemden, want dan ben je ze kwijt. Aan de andere kant wil je wel dat ze respect hebben voor de ander”, zo vatte Jaap Patist van de Hogeschool Utrecht de discussie samen.
“Ik snap dat het voor beginnende docenten heel lastig is om met zo’n onderwerp om te gaan. Het kan heel confronterend zijn”, concludeerde Bussemaker. “Maar als het gaat om burgerschap is het onderwijs heel belangrijk. Wij willen deze groep niet verliezen en een leraar kan echt het verschil maken. Ik vind het heel goed hoe jullie hiermee omgaan en waar het mogelijk is, wil ik jullie graag ondersteunen.”