Bussemaker walgt van ‘kennis, kunde, kassa’

Gaat wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en hogescholen alleen maar om ‘kennis, kunde, kassa’? “Ik kan die woorden maar moeilijk uitspreken”, zegt minister Bussemaker.

Het is één van de meest gebruikte argumenten voor investeringen in de wetenschap: de economie zou er veel aan hebben. We leven in een kennissamenleving en wetenschappelijk onderzoek kan tot innovatie en economische groei leiden. Van kennis en kunde naar kassa.

Maar PvdA-minister Bussemaker voelt weerzin tegen dat woord ‘kassa’. “Ik heb moeite om het uit te spreken”, zegt ze. “Het is te simpel en instrumenteel. Het gaat uiteindelijk om de maatschappelijke waarde van de kennis die je hebt. Die waarde kan economisch zijn, maar er is nog veel meer.”

Ze komt net uit een debat over de toekomst van de sociale wetenschappen. Ze sprak onder meer met hoogleraar Paul Schnabel, voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, die in oktober een advies over de sociale wetenschappen heeft uitgebracht.

De minister ziet de toekomst van de sociale wetenschappen zonnig in. Ze wijst op de komst van de nationale wetenschapsagenda, waarin de koers van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland wordt uitgezet. “Die agenda wordt opgebouwd vanuit maatschappelijke uitdagingen. Denk aan onderwerpen als sociale ongelijkheid en radicalisering. Zeker als sociaal-wetenschappers samenwerken met andere disciplines zijn de kansen in potentie heel groot. Ze moeten dan wel hun waarde duidelijk maken. Be good and tell it.”

“Met wetenschap kun je de samenleving beter maken”, stelt Bussemaker. “Dat is volgens mij werkelijke ‘valorisatie’. De economische opbrengst is wel belangrijk, maar we moeten vermijden dat we alleen in financiële termen over wetenschap praten.”

In zijn advies over de sociale wetenschappen schreef Schnabel dat het onderwijs het onderzoek welhaast opslokt. Er zijn zo veel studenten, dat de wetenschappers weinig tijd overhouden om aan hun onderzoek te werken. De overheid zou het sociaal-wetenschappelijke-onderzoek eigenlijk los van studentenaantallen moeten financieren, opperde hij.

Bussemaker houdt de boot af. “Daarover heb ik intussen al met Schnabel gesproken”, zegt ze. “Het gaat juist om de combinatie van onderwijs en onderzoek. De balans ligt aan de universiteiten anders dan in het hbo, maar het moet in evenwicht zijn. Onderwijs is een belangrijke vorm van valorisatie.”

Advertentie