Coalitiepartijen en studentenbond: vraag collegegeld per vak
Als het plan van de twee regeringspartijen erdoor komt, wordt het goedkoper om een studie over een langere periode te spreiden. Wie even geen onderwijs volgt, hoeft ook niets te betalen.
Volgend jaar zouden de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam een experiment willen starten waarin studenten deze mogelijkheid krijgen. Ze kunnen dan tijd vrijmaken voor een bijbaan, de medezeggenschapsraad of bestuurswerk bij een vereniging.
Studentenbond LSVb heeft aan het plan meegewerkt. “Bij een voetbalclub kan je een seizoenskaart kopen voor alle wedstrijden, maar ook een los kaartje als je maar naar één of een paar wedstrijden wil”, zegt voorzitter Stefan Wirken. “In het hoger onderwijs moet dat ook kunnen. Studenten die een bestuursjaar of stage doen, kunnen niet alle vakken volgen.”
Het is lang niet het enige idee dat vandaag het licht ziet. Acht uur lang gaat de Tweede Kamer met minister Bussemaker in debat over haar plannen voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Talloze onderwerpen zullen de revue passeren: flexibeler onderwijs, tentamenboetes, nieuwe opleidingen, de rol van het bedrijfsleven, werkloze piloten…
En natuurlijk gaat het ook over de vele miljoenen die vrijkomen nu de basisbeurs is afgeschaft. Wat moet daarmee gebeuren? Daarover denken partijen behoorlijk anders.
De VVD zal hameren op “fundamentele keuzes” , zegt onderwijswoordvoerder Pieter Duisenberg. Niet een plusje hier en een plusje daar maar “voldoende scherp inzetten” zodat Nederland kan blijven meedoen in de wereldtop. De partij wil kwaliteitsafspraken met het hoger onderwijs maken, om te voorkomen dat het extra geld verdampt.
D66 zal er juist op hameren dat er geen ‘Haagse normen’ moeten komen voor de besteding van de leenstelselmiljoenen. Studenten en docenten kunnen samen met werkgevers en andere regionale partners prima zelf bekijken wat er nodig is, meent Kamerlid Paul van Meenen. Voor de minister is slechts een coördinerende rol weggelegd.
Sommige partijen zullen benadrukken dat ze liever de basisbeurs hadden behouden, zoals CDA en SP, maar desalniettemin zullen ze toch meepraten over de besteding van het geld. Ze moeten wel.
Het CDA plaatst vooral vraagtekens bij het streven van de minister naar allerlei flexibele onderwijsprogramma’s. Kamerlid Michel Rog gelooft er niet in, hij ziet liever meer geld voor kleine groepen en voor intensief onderwijs. “De beste universiteiten van de wereld grossieren niet in duizend-en-één mogelijkheden. Die bieden goede hoorcolleges, intensieve zelfstudie en seminars en werkcolleges die de stof verdiepen”, laat hij alvast weten.
Zijn collega Jasper van Dijk (SP) wil de financiering van het hoger onderwijs zelfs helemaal op de schop nemen om een verkeerde besteding van de onderwijsmiljoenen te voorkomen. Het is hem vooral een doorn in het oog dat universiteiten en hogescholen hun eigen vastgoed moeten beheren. “De combinatie vastgoed en onderwijsbestuurder is levensgevaarlijk. Er gaan miljarden naar fonkelnieuwe gebouwen, terwijl het onderwijs achterblijft. Kijk naar de massale hoorcolleges en de bezuinigingen op kleine studies.”
Andere thema’s hebben minder met de miljoenen van de basisbeurs te maken, maar zijn voor veel partijen toch belangrijk. Regeringspartij PvdA bijvoorbeeld wil dat studiepunten niet langer vervallen als een student een paar jaar vertraging oploopt. Alleen als het strikt noodzakelijk is – omdat de kennis verouderd raakt – zou een student zijn studiepunten nog mogen kwijtraken. Nu gebruiken onderwijsinstellingen de maatregel vaak als stok achter de deur om het studietempo hoog te houden. Daar ontstond al eerder ophef over.
En D66 zal opnieuw kritiek leveren op selectie aan de poort. Vooral de selectie bij masteropleidingen wil Paul van Meenen aan de kaak stellen. “Alsof een ziekenhuis alleen gezonde patiënten toelaat”, zei onderwijswoordvoerder Paul van Meenen al eerder.
Het debat met minister Bussemaker begint vanmiddag om 13:00 uur en zal tot in de avond duren. Bussemaker zal natuurlijk ook haar eigen plannen verdedigen. Als het aan de minister ligt, komen er dankzij het geld van het leenstelsel duizenden extra docenten bij, worden opleidingen flexibeler en gaan werknemers ook op latere leeftijd nog een opleiding volgen.