Commissie-Van Rijn waarschuwt voor cherry picking
De commissie-Van Rijn gaf woensdag een ‘technische briefing’ aan de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer. Haar advies leidde de afgelopen weken tot veel ophef. Daardoor is een “indringend punt” ondergesneeuwd, begon voorzitter Martin van Rijn. Instellingen zijn nu te weinig transparant over hun kosten en kwaliteit. Pas als dat verbetert, kan er op de langere termijn iets veranderen, stelde hij. Zijn advies beperkt zich tot het oplossen van de belangrijkste knelpunten in de komende twee jaar.
Het meest in het oog springende advies is om een groter deel van het huidige onderwijsbudget aan bèta-technische opleidingen te geven. Maar waarom gaat er wél meer geld naar bèta-technische studies van universiteiten en niet naar die van hogescholen, wilden de Kamerleden weten. Volgens Van Rijn zijn er in het hbo bij bèta en techniek minder acute capaciteitsproblemen dan in het wo. Maar die kunnen in de toekomst wel ontstaan, waarschuwde hij.
Minder bekostiging switchers
Ook adviseert de commissie om hogescholen en universiteiten met relatief veel studenten die overstappen van andere instellingen (‘externe switchers’), een groter deel van de financiële koek te geven. Nu lopen sommige instellingen veel geld mis doordat ze voor switchers een jaar minder bekostiging ontvangen.
Zijn instellingen dan niet geneigd om elkaar zoveel mogelijk uitgevallen studenten toe te spelen, vroeg D66 Perverse prikkels zijn er nu ook al, wierp Van Rijn tegen. “Als switchers niet volledig worden bekostigd, zeggen ontvangende instellingen: ik heb ze liever niet.” Dat wil de commissie in elk geval voorkomen. Hij benadrukte wel dat instellingen er alles aan moeten doen om uitval te voorkomen. Bijvoorbeeld door studiekiezers beter voor te lichten over het verschil tussen een universitaire en een hbo-studie.
De PvdA wilde weten of sommige hogescholen niet onevenredig hard getroffen worden: ze moeten geld inleveren omdat ze weinig ‘switchers’ hebben en krijgen er, anders dan de universiteiten, geen extra geld bij voor hun bèta-technische opleidingen.
Voldoende reserves
Van Rijn gaf toe dat veel instellingen er in zijn advies financieel op achteruitgaan, maar denkt dat ze voldoende reserves hebben. Bij de universiteiten gaat er bovendien 100 miljoen euro van NWO terug naar de eerste geldstroom. Ook dat kan het leed verzachten. Maar of dat geld dan nog wel aan onderzoek zal worden besteed, kon hij niet garanderen.
Verder wees hij op de extra 41 miljoen euro die het kabinet uittrekt voor bèta-technische opleidingen in het mbo en het hoger onderwijs.
“Het kan verleidelijk zijn om bepaalde elementen uit het pakket te halen”, eindigde Van Rijn, “maar dat zouden wij echt heel vervelend vinden. Het advies moet in samenhang worden uitgevoerd.”
Uiterlijk op 21 juni reageert minister Van Engelshoven op het advies en op 1 juli volgt het overleg met de Tweede Kamer.