Coronacrisis: ministerie wil geen extra steun vanuit het profileringsfonds
Het is een vraag die studenten en onderwijsinstellingen bezighoudt: wie betaalt de rekening van de crisis? Als studenten vertraging oplopen, wie moet daar dan voor opdraaien: zijn ze het zelf? Springt het ministerie bij? Moeten de onderwijsinstellingen de portemonnee trekken?
Deze week is gesproken over een landelijke regeling, maar tot teleurstelling van studentenorganisaties ISO en LSVb geeft het ministerie nog geen krimp. De Tweede Kamer heeft het kabinet woensdag gemaand om er beter naar te kijken.
Profileringsfonds
Normaal gesproken kunnen studenten voor steun aankloppen bij het ‘profileringsfonds’. Ze zijn bijvoorbeeld ziek of zwanger of moeten mantelzorgen, waardoor ze studievertraging oplopen. Dan krijgen ze geld van hun hogeschool of universiteit.
Maar ze kunnen ook geld krijgen als hun opleiding onvoldoende ‘studeerbaar’ is. Dat wil zeggen, als ze in de praktijk (een deel van) de opleiding niet kunnen volgen. “Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet kunnen volgen van een stage of een co-schap”, staat in de toelichting op de wet.
Dat is nu het geval. Op site van het profileringsfonds van de Universiteit Utrecht staat dat studenten die vanwege de coronacrisis studievertraging oplopen, zich kunnen melden. Op zijn minst wordt de suggestie gedaan dat het ook gaat om studievertraging die wordt opgelopen omdat onderwijs niet gegeven wordt.
Volgens de Utrechtse onderwijsjurist Anton van den Hoeven geldt het profilieringsfonds zeker voor studenten die zelf ziek zijn geworden of die mantelzorg hebben moeten verlenen. Dat is anders wanneer je kijkt naar studievertraging omdat het onderwijs is uitgevallen. De UU wil proberen dit met het digitale onderwijs zoveel mogelijk te beperken. Maar soms is het wel aan de orde, zoals coschappen die uitvallen of practica die niet gevolgd kunnen worden. Van den Hoeven: “Wij zullen proberen ervoor te zorgen dat dit onderwijs later zoveel mogelijk ingehaald kan worden. Maar daarvoor zijn we afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen.”
‘Onvoldoende studeerbaar’
Minister Van Engelshoven is vooralsnog terughoudend als het gaat om studievertraging door de coronacrisis. Dat is volgens haar niet wat er “in de context van het profileringsfonds” wordt bedoeld met “onvoldoende studeerbaar”, staat in een nieuw servicedocument voor de instellingen.
Ze wil ook niet dat universiteiten en hogescholen op eigen houtje besluiten om studenten bij te staan. Ze moeten geen “aanvullende gronden” bedenken om studenten te compenseren voor studievertraging. De onderwijsinstellingen kunnen er immers niets aan doen dat er een coronacrisis is en ze doen toch al hun best “om nadelen voor studenten zoveel mogelijk te voorkomen”, staat in het document.
Studenten hebben wel recht op steun als ze bijvoorbeeld zelf ziek worden of als ze voor familieleden moeten zorgen die door corona getroffen zijn. “Ook studerende ouders die vanwege de corona-maatregelen onderwijs moeten combineren met zorg voor kinderen die thuis zijn en daardoor studievertraging oplopen of verwachten op te lopen, kunnen aanspraak maken op het profileringsfonds.”
Coulance prestatiebeurs
Ook op andere manieren houdt OCW rekening met de coronacrisis. Zo zijn sommige studenten misschien niet binnen de vereiste termijn van tien jaar afgestudeerd en zouden zij hun prestatiebeurs moeten terugbetalen: dan wordt er coulance betracht.
Daarnaast mogen ze meer geld lenen bij DUO en behouden ze hun ov-reisrecht drie maanden langer.