Coronasoftware: ‘Het delen van data voelt ongemakkelijk’

Illustratie Pixabay

Door de coronacrisis is het online onderwijs in volle gang. Thuiswerkende studenten en docenten communiceren massaal met programma’s als Zoom, Google Hangouts en Skype en zelfs tentamens worden online afgenomen.

Tegelijkertijd levert deze nieuwe werkwijze ook nieuwe privacy-vraagstukken op. Eerder deze week uitte een student van de TU Eindhoven nog zijn zorgen op twitter, omdat hij tijdens een online thuistentamen zou worden gefilmd. Wat gebeurt er straks precies met die beelden van mijn hoofd in mijn slaapkamer, wilde de student weten.

Ongemak
Een terechte vraag, vindt internetspecialist Douwe Schmidt van onderzoeksinstituut Waag. “Met het delen van data is in principe niets mis, bij een normaal tentamen doe je dat als student immers ook. Je docent krijgt je naam en studentnummer te zien, je collegekaart of paspoort en natuurlijk je antwoorden op de tentamenvragen.”

Maar dat is in een bekende, welbegrepen context, vervolgt hij. “De reden dat het online misgaat, is dat er tijdens het tentamen opeens een derde, commerciële partij bij je aan tafel is komen zitten – een partij waarvan de intenties en het verdienmodel vaak een beetje schimmig zijn. Hierdoor voelt het delen van diezelfde data opeens ongemakkelijk.”

Grote jongens
En daar moeten onderwijsinstellingen nu dus iets aan doen. “In principe zou zo’n derde partij alleen een vervoerder mogen zijn van data tussen de computer van een student en die van een docent”, zegt Schmidt. “Er bestaan al twintig jaar technologieën die zorgen dat deze vervoerder niet mee kan kijken: end-to-end encryptie heet dat.” Voorbeelden daarvan zijn te vinden op de website switching.software

Ze worden alleen nog niet vaak gebruikt, zegt hij. “Omdat ze duurder zijn bijvoorbeeld, of onbekend. Grote jongens als Google en Facebook zijn zo aanwezig dat we bijna zijn verleerd dat het ook anders kan.”

Een groot probleem is volgens Schmidt dat je als student of medewerker vaak niet weet wat de intenties van een bedrijf zijn. Als voorbeeld noemt hij videobelplatform Zoom. “Dat is gratis en werkt erg goed. Toch is de openbare aanklager van New York deze week een proces tegen Zoom gestart voor het zonder toestemming delen van data met Facebook.”

Het is het verdienmodel van het hele internet geworden: een gratis dienst aanbieden en dan de data verzamelen en doorverkopen. “De Amerikaanse techfilosoof Shoshana Zuboff noemt dit surveillance capitalism”, zegt Schmidt. “We zijn eraan gewend geraakt om gratis diensten te mogen gebruiken op voorwaarde dat we worden gesurveilleerd.”

Advertenties
En dat levert nu problemen op bij het delen van vertrouwelijke informatie tussen student en docent. “Het is mooi dat we online onderwijs kunnen aanbieden”, zegt Schmidt. “Maar dan nog moeten instellingen goed nadenken over hoe zij dat onderwijs vervolgens veilig inrichten. Het zou natuurlijk raar zijn als je een onvoldoende haalt voor je tentamen en je opeens allerlei online advertenties krijgt voor bijles.”

Daarnaast mogen instellingen niet zomaar data van hun studenten verzamelen, zegt Schmidt. “Ze moeten dat kunnen beargumenteren én in jip-en-janneketaal kunnen uitleggen wat er vervolgens met die data gebeurt. Worden ze vernietigd nadat het cijfer is bepaald? En kun je als student verifiëren dat dit ook echt is gebeurd? De enige manier om dit echt goed te doen is door met betrouwbare partijen samen te werken, of door het zelf te doen.”

Lastige vragen
Je zou kunnen denken: we zitten middenin een crisis en docenten en medewerkers werken al met man en macht om het online onderwijs draaiende te houden. Is dit wel het juiste moment om kritisch te zijn?

Ja, vindt Schmidt “Ik denk dat je als student altijd lastige vragen mag stellen. Dat is zowat je plicht. Maar het hoeft niet alleen bij klagen te blijven: je kunt je ook afvragen of je onderdeel kunt zijn van een oplossing.”

Hij noemt de IT-opleidingen als voorbeeld. “Stel dat studenten daar zelf nieuwe, veilige tools kunnen ontwerpen, dat zou toch een prachtige afstudeeropdracht zijn! Als er ergens een oplossing kan worden gevonden, dan is het toch wel op de hogeschool of universiteit. Je zou het bijna kunnen zien als een maatschappelijke taak.”

Advertentie