CPB weerspreekt kritiek van Clevers
KNAW-president Hans Clevers mag dan boos zijn dat de politiek te weinig geld uittrekt voor onderwijs en onderzoek, hij zou zijn frustratie niet op het Centraal Planbureau moeten botvieren.
Daar komt het antwoord van het Centraal Planbureau op Clevers’ kritiek op neer. De KNAW-president heeft ongelijk, vindt het CPB, en hij zou als wetenschapper meer begrip moeten hebben voor het werk van de rekenmeesters.
Clevers meent dat het ‘regime’ van het CPB ervoor zorgt dat onderwijs en wetenschap te weinig geld krijgen. In de CPB-doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s moet een investering binnen vier jaar geld opleveren, anders blijft de opbrengst buiten beeld. Maar uitgaven aan onderwijs en onderzoek werpen vaak pas twintig jaar later vruchten af. Daar zou het CPB rekening mee moeten houden, vindt hij.
Zijn Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft inmiddels een commissie van wijzen benoemd die “volledig wetenschappelijk gaat aantonen wat we allemaal weten: dat een kind onderwijzen waarde heeft voor de economie”. In de Tweede Kamer slaat zijn kritiek aan. Zowel D66-fractieleider Pechtold als minister-president Rutte steunen de oproep van Clevers.
Het CPB heeft welbeschouwd twee antwoorden. Ten eerste staan de opbrengsten van onderwijs en wetenschap keurig in de ramingen voor de lange termijn. Ten tweede kun je nu eenmaal niet rekenen met onbekende opbrengsten.
“Je mag van ons verwachten dat we heel zorgvuldig zijn”, zegt CPB-woordvoerder Edwin van de Haar. “Daar waar wij geen goede uitspraak kunnen doen, doen we hem niet. We weten nu eenmaal niet altijd wat er gebeurt als je honderd miljoen in onderwerp X investeert. Er is vaak weinig bekend over het effect van specifieke maatregelen. Dat wil niet zeggen dat het zinloze maatregelen zijn.”
Bovendien is de wetenschap daarin niet bijzonder. “Als je een weg aanlegt, zie je hetzelfde. Dat levert ook niet meteen iets op, terwijl het toch een zinnige investering kan zijn. We moeten die uitgaven nu eenmaal inboeken.”
Het CPB wacht af waar de “eminente economen” van de KNAW mee komen, zegt Van de Haar. Hij verwacht geen schokkende uitkomsten. Er zitten immers allerlei haken en ogen aan Clevers’ voorstel om de verwachte opbrengsten van onderwijs en onderzoek in de berekeningen naar voren te halen.
Het CPB is gewend aan kritiek, want “hoge bomen vangen veel wind.” De kritiek van een wetenschapper als Clevers is wel “prikkelender” dan die van anderen. “We hopen dat hij ook onze positie ziet en goed weet wat wij doen.”