Cum laude afstuderen? Dat gaat overal anders
Bij de Delftse faculteit Industrieel Ontwerpen is het best bijzonder om cum laude (met lof) af te studeren: slechts drie procent lukt het, meldt universiteitsblad Delta. Maar bij Werktuigbouwkunde is het schering en inslag: daar is de kans zes keer zo groot dat een student met lof afzwaait.
De opleidingen hanteren dan ook andere voorwaarden. De verschillen zijn zo groot dat het bestuur erover in gesprek gaat met de faculteiten. Maar de TU Delft staat niet op zichzelf. Ook aan andere onderwijsinstellingen leven allemaal verschillende ideeën over de norm voor een ‘cum laude’.
Hoge cijfers
Hoge cijfers halen, daar begint het mee. Maar wat is hoog genoeg? Sommige opleidingen zijn tevreden met een gemiddelde van een 7,5, andere eisen een acht of hoger. En mag je wel eens een herkansing doen? Daarover verschillen de meningen ook.
Een gemiddelde van een acht is het meest gebruikelijk voor een cum laude, en herkansingen zijn vaak uit den boze. Maar bij de Universiteit Utrecht mag een masterstudent van de faculteit Sociale Wetenschappen voor zijn tentamens bovendien nooit lager dan een zeven hebben gescoord, terwijl dat bij Rechtsgeleerdheid wel mag. In juni 2016 spraken masterstudenten Geneeskunde nog hun zorg uit over hun cum-laude-regeling. Bij die opleiding studeert jaarlijks maar 3 à 4 procent van de studenten met lof af.
Aan de VU is een algemene modelregeling, maar de faculteiten kunnen ervan afwijken. Hooguit twee vakken met een zes? Bij de faculteit Sociale Wetenschappen mogen het er meer zijn, zolang het gemiddelde maar hoog genoeg is.
Ook aan andere universiteiten (zoals de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Universiteit Maastricht en de Universiteit Twente) zijn kleine verschillen per opleiding. De criteria worden ook wel eens aangepast, zodat een cum laude in principe per jaar kan veranderen.
Regels voor de hele instelling
Maar er zijn ook instellingen waar het anders gaat. Tien jaar geleden wilde de TU Eindhoven de cum-laude-regels voor alle opleidingen gelijktrekken en dat lijkt inderdaad te zijn gebeurd. Een bachelorstudent moet gemiddeld een acht behalen voor zijn tentamens en een negen krijgen voor zijn eindwerkstuk.
In het hbo is het gebruikelijker om regels voor de hele instelling te maken. Ook hier moet je meestal een acht gemiddeld behalen om cum laude af te studeren. Maar bij Inholland en Avans mag geen enkel tentamencijfer lager zijn dan een zeven, terwijl er van de Hogeschool Utrecht ook wel eens een zes tussen mag zitten.
Het is niet nieuw dat opleidingen veel vrijheid krijgen om hun eigen criteria te stellen. Een eerdere inventarisatie liet dat in 2011 al zien.