'De ‘brandblusser’ wet van Bussemaker moet aangepast worden'

In een nieuwe wet staat dat de minister van Onderwijs rechtstreeks mag ingrijpen wanneer de hogeschool of universiteit in een diepe crisis belandt. Volgens twee specialisten staat in deze wet een fout. Niet de Raad van Toezicht, maar de instelling moet aangesproken worden.

Stel dat het helemaal fout gaat bij een universiteit of hogeschool, zoals een tijdje terug bij Inholland: gesjoemel met diploma’s, ondermaats onderwijs en ruziënde bestuurders. Als er zoiets gebeurt, moet de minister meer kunnen doen dan alleen de geldkraan dichtdraaien. Ze zou ook ‘aanwijzingen’ moeten kunnen geven die opgevolgd moeten worden. Ze heeft ‘aanwijzingsbevoegdheid’.

Dat staat in een nieuwe wet. Het is net als met een brandblusser, zei minister Bussemaker in debat met de Tweede Kamer. Je hoopt hem nooit te hoeven gebruiken, maar het is goed om hem in huis te hebben. Als de vlam in de pan slaat, zullen Kamerleden immers vragen wat de minister eraan gaat doen. Dankzij haar nieuwe bevoegdheid kan ze ook echt ingrijpen.

Maar de SGP voorzag problemen. Want aan wie geeft de minister eigenlijk haar aanwijzingen? Het college van bestuur? De raad van toezicht? Wie is eigenlijk verantwoordelijk?

In de wet staat nu dat de raad van toezicht wordt aangesproken. Maar op aandringen van de SGP, die hiervoor steun kreeg van een Kamermeerderheid, hebben twee specialisten (hoogleraar Pieter Huisman van de Erasmus Universiteit en universitair docent Helen Overes van de Vrije Universiteit) eens goed naar deze nieuwe bevoegdheid gekeken.

Zij trekken een forse conclusie: de wet moet worden aangepast. Volgens de specialisten is het niet goed dat de ministers formeel de bestuurders of toezichthouders aanspreekt, zoals nu in de wet staat. De minister zou de instelling moeten aanspreken, degene die formeel verantwoordelijk is voor het geld.

Dat voorkomt dat haar aanwijzingen niet opgevolgd zullen worden, zeggen de twee juristen, Een raad van toezicht heeft ook maar beperkte bevoegdheden. En stel dat een college van bestuur op een bepaald moment is teruggetreden. Daarom is het volgens de juristen beter om in de wet te spreken over de universiteit of hogeschool als rechtspersoon.

Minister Bussemaker heeft naar eigen zeggen enige tijd nodig voor haar beleidsreactie. Ze wil er ook over praten met vertegenwoordigers van hogescholen en universiteiten. Haar reactie zal in de loop van april komen.

Advertentie