De eerste Keuzegids zonder ranglijsten is verschenen
Het is een unicum in de bijna twintigjarige geschiedenis van de Keuzegids: een editie zonder ranglijstjes. De redactie heeft naar eigen zeggen te weinig informatie om goede kwaliteitsoordelen te vellen.
De Keuzegidsen voor de bacheropleidingen in het hbo en wo baseren zich op drie bronnen: studentenoordelen uit de Nationale Studenten Enquête (NSE), cijfers over het studiesucces (uitval en studietempo) en de rapporten van deskundigen die opleidingen doorlichten in opdracht van accreditatieorganisatie NVAO.
Cijfers over het studiesucces in de masters leveren de universiteiten nog altijd niet en bij de hogescholen zijn de masters daar vaak te klein voor. Het is dus niet zichtbaar bij welke masteropleiding veel studenten uitvallen en waar ze juist vaak de eindstreep halen.
Kwaliteitsverschillen
Volgens de Keuzegids zijn ook de oordelen van deskundigen niet langer bruikbaar om kwaliteitsverschillen tussen opleidingen waar te nemen, omdat ze sinds vorig jaar alleen nog maar zeggen of de opleidingen ‘voldoende’ zijn. Het oordeel ‘goed’ of ‘excellent’ vellen ze niet meer, tot verdriet van met name de VVD.
Dus resteren voor deze opleidingen alleen de studentenoordelen uit de NSE als bron. Dat vindt de redactie van de Keuzegids te mager: “Wij beoordelen een opleiding graag op meer dan alleen de studenttevredenheid, waardoor er dit jaar geen totaalscore per opleiding is”, staat er in een persbericht.
Cijfers over studiesucces
De ranglijsten in de andere gidsen blijven bestaan. Want volgens data-analist Asta Laterveer van de Keuzegids zijn de cijfers over het studiesucces voor de bacheropleidingen wél beschikbaar. “Verder hopen we een nieuwe derde bron te vinden die in de plaats komt van de deskundigenoordelen, maar helaas schiet dat nog niet erg op.”
De NVAO-rapporten bevatten een schat aan informatie. In een grijs verleden maakten de Volkskrant en later ook de Keuzegids daar op eigen gezag ranglijstjes mee. Waarom doen jullie dat niet?
“We hebben er wel over nagedacht, maar het is heel moeilijk om er iets van te maken dat methodologisch sterk is. Bovendien zijn er de afgelopen zes jaar heel veel rapporten verschenen die je dan allemaal zou moeten gaan analyseren en daarvoor is onze mankracht helaas te klein. Je kunt niet volstaan met alleen de recente visitatierapporten, want het moet vergelijkbaar blijven.”
Waarom geven jullie in deze mastergids geen totaalscore per opleiding? Nu moeten de lezers de plusjes en minnetjes in de tabel zelf optellen.
“De totaalscore moet de kwaliteit van een opleiding weerspiegelen. Enkel de studentenoordelen zeggen daar niet genoeg over. Je kunt op basis van de mening van studenten, die wel heel belangrijk is voor ons, niet zeggen: dit is de beste opleiding of de beste instelling. Vandaar dat we in deze editie ook geen topopleidingen meer aanwijzen.”
Maar je zou toch kunnen zeggen: deze masteropleiding is volgens studenten de beste?
“Dat had gekund, maar om de Keuzegidsen vergelijkbaar te houden, hebben we besloten dat het niet-ranken van opleidingen de minst kwade optie was. Al vinden we dit ook heel jammer. Gelukkig zijn de lezers van de mastergids wat ouder en weten ze beter welke aspecten van een opleiding ze belangrijk vinden. Bijvoorbeeld of de docenten goed scoren of dat de opleiding uitdagend is. Ze worden daarbij nu niet afgeleid door rankings, totaalscores en topopleidingen. En de verschillen tussen de opleidingen zijn nog steeds goed zichtbaar in de tabellen.”