‘Protest is een vorm van onderwijs’
De Jonge Akademie kritisch over richtlijn demonstraties
De Jonge Akademie, een genootschap van topwetenschappers gelieerd aan de KNAW, hekelt op haar website de richtlijn voor demonstraties die bestuurders van universiteiten eenzijdig hebben afgekondigd. Deze richtlijn zou “een chilling effect” hebben, oftewel mensen bang maken om zich uit te spreken.
“Als studenten bijvoorbeeld een demonstratie vooraf moeten aanmelden en erop moeten toezien dat anderen geen strafbare feiten plegen, kunnen ze zich zorgen maken over de gevolgen van hun deelname”, zegt Eddie Brummelman, voorzitter van De Jonge Akademie en universitair hoofddocent pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. “Hierdoor verlies je redelijke stemmen.”
Sterker nog, volgens het statement “ondermijnen” bestuurders met hun richtlijn de geest van universiteiten, die een vrijplaats voor discussie en debat moeten zijn. Ze zouden anders tegen demonstraties aan moeten kijken, vindt De Jonge Akademie.
Want van demonstraties kun je leren: “Protest, inclusief burgerlijke ongehoorzaamheid, is een vorm van openbaar doceren en leren, die alle betrokkenen – inclusief bestuurders – ertoe dwingt om zich te verdiepen in het perspectief en de argumenten van de ander.”
Barricades
Het roept wel vragen op. De recente golf aan demonstraties begon aan de Universiteit van Amsterdam, waar barricades werden opgeworpen en vernielingen werden aangericht. Was dat dan een vorm van onderwijs en zo ja, was het ingrijpen van de mobiele eenheid dan óók een vorm van onderwijs?
Natuurlijk keurt het genootschap geweld af, zegt Brummelman. Daar gaat het volgens hem niet om. Wat er precies wel of niet mag tijdens demonstraties, wil hij niet in zijn algemeenheid bespreken: “Dat is niet aan ons. Het verschilt per geval en dat is nu juist het punt: je kunt geen algemene lijnen trekken.”
Hij benadrukt vooral dat de demonstratievrijheid steeds zoveel mogelijk beschermd moet worden, in samenspraak met de universitaire gemeenschap. Daarom moeten bestuurders terughoudend zijn bij het inschakelen van politie bij vreedzame protesten, zoals in het statement staat.
Het is een dunne lijn. Kennelijk halen bestuurders nu te snel de politie erbij, maar voorbeelden geeft Brummelman niet. Politieoptreden is niet helemaal taboe: er mag volgens De Jonge Akademie wel worden ingegrepen als er vernielingen plaatsvinden of als de volksgezondheid in gevaar komt.
Schadelijke effecten
De kritiek richt zich vooral op de repressieve kant van de richtlijn. “Ook als deze richtlijn goed bedoeld is en ogenschijnlijk redelijk klinkt, vinden we dat hij schadelijke effecten heeft”, zegt Brummelman.
De richtlijn ondermijnt de universiteit als vrijplaats van debat en wakkert wij-zij-denken aan, is zijn stelling. “De bestuurders plaatsen zichzelf tegenover medewerkers en studenten, maar de universiteit is van iedereen. We zijn gezamenlijk verantwoordelijk.”
Hij noemt ook het verbod op gemaskerd demonstreren als voorbeeld. “Als studenten of medewerkers openlijk meedoen aan een protest, dan kunnen ze zich zorgen maken hoe ze beoordeeld worden in hun studie of op hun werkplek. Misschien worden ze bang om hun mening te uiten op zulke momenten.”
Een vervolgvraag zou kunnen zijn of je ook tijdens open debatten over gevoelige kwesties gemaskerd kunt aanschuiven. Zo concreet wordt het niet, De Jonge Akademie wil geen eigen richtlijn opstellen.
“Universiteiten hebben als institutioneel doel om proeftuinen van ideeën te zijn”, staat op de website. “Het zijn plaatsen waar ruimte is voor debat en beredeneerd verschil van mening, juist over controversiële en omstreden kwesties, zoals de huidige oorlog in Gaza.” Daar horen demonstraties bij, menen de onderzoekers, dus zou je zo min mogelijk moeten doen om die tegen te houden.
Sociale veiligheid
Kunnen demonstraties botsen met de sociale veiligheid? Brummelman: “Natuurlijk is dat mogelijk, maar het beperken en belemmeren van demonstraties kan de sociale veiligheid óók in gevaar brengen. We hopen vooral dat we met elkaar een goede omgeving kunnen creëren waarin we proberen de standpunten van anderen te begrijpen.”
En mogen activisten gebouwen bezetten? De Jonge Akademie kan dit niet bepalen. “Vreedzaam demonstreren is in principe toegestaan, al is dat recht niet absoluut”, aldus Brummelman.
Wat dan uiteindelijk het verschil is tussen de standpunten van De Jonge Akademie en de onderwijsbestuurders? “De universiteiten leggen beperkingen op, terwijl De Jonge Akademie universiteiten juist aanmoedigt om met studenten en medewerkers in gesprek te gaan over hoe vreedzame demonstraties kunnen worden gefaciliteerd”, zegt Brummelman.