Dhonukshe pas na tweede onderzoek beticht van fraude

Een eerste onderzoek naar de manipulaties van Pankaj Dhonukshe leverde geen duidelijk bewijs voor fraude op. Pas na een tweede onderzoek beschuldigde de UU hem van bewuste manipulatie. Adviesorgaan LOWI vindt dat de UU deze conclusie eerder had kunnen trekken.

Dit staat in het schriftelijke advies dat het LOWI, het adviesorgaan voor fraudezaken, heeft gestuurd aan de Universiteit Utrecht. Dat geanonimiseerde advies (pdf) werd afgelopen week gepubliceerd, tegelijkertijd met een verslag (pdf) van de UU zelf. De rapporten geven een uitgebreide inkijk in hoe de Universiteit Utrecht de fraudezaak heeft afgehandeld.

Celbioloog Dhonukshe werkte van 2007 tot 2013 voor de UU. In die tijd zou hij in meerdere gevallen op ontoelaatbare wijze hebben geknipt en geplakt in afbeeldingen en figuren die in wetenschappelijke artikelen werden gepubliceerd. Dat zou hij volgens de eindrapportage van de UU op eigen houtje hebben gedaan, zijn co-auteurs treffen geen blaam.

Uit de rapporten blijkt dat de UU in september 2013 nog voorzichtig oordeelde over Dhonukshe. De UU concludeerde op basis van onderzoek naar één verdacht artikel (Nature, 2013) dat er sprake was van “ernstige tekortkomingen als gevolg van verwijtbare onzorgvuldigheid”, maar dat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijke manipulatie van onderzoeksresultaten.

Toch zag de Universiteit Utrecht voldoende redenen om nader onderzoek te doen naar het wetenschappelijke oeuvre van Dhonukshe. Na een tweede, uitgebreider onderzoek werd Dhonukshe wél van welbewuste manipulatie beschuldigd. Dat oordeel werd eind februari 2014 naar buiten gebracht.

Saillant is dat sommige van de deskundigen die de UU inschakelde al bij het eerste onderzoek sporen van bewuste manipulatie vonden, maar dat de UU toch oordeelde dat er te weinig bewijs was voor bewust manipulatief handelen door Dhonukshe. De UU gaf opdracht om extra onderzoek te doen, voordat een zo zwaarwegend oordeel getrokken kon worden op basis van het ene Nature-artikel.

Volgens het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) was het eerste oordeel van de UU onvoldoende gemotiveerd. De Utrechtse integriteitscommissie had duidelijk moeten maken waarom het op bepaalde punten afweek van de deskundigenoordelen. De UU zou ook heel zwart-wit hebben geconcludeerd dat er geen bewijs was voor opzettelijke manipulatie en ergo dat er ‘slechts’ sprake was van verwijtbare onzorgvuldigheid (culpable carelessness). Het LOWI noemt de onderbouwing van het eerste oordeel van de UU in de zaak-Dhonukshe dan ook “zeer summier en uiterst mager” en spreekt van een “motiveringsgebrek”.

Het LOWI stelt dat er ook nog een tussenvorm is: welbewuste (deliberate) manipulatie. LOWI’s definitie daarvan: “onzorgvuldigheid, die méér is dan het maken van een enkele ongelukkige en vergeeflijke fout, maar structureel juist de voorwaarde heeft geschapen voor het veelvuldig maken van fouten, met bijbehorende verantwoordelijkheid voor die structurele situatie”.

Bij deze vorm van manipulatie is volgens het LOWI zo onzorgvuldig en onverantwoord onderzoek gedaan, dat de grens tussen “alleen fouten” en “schending van wetenschappelijke integriteit” wordt overschreden.

Volgens de Universiteit Utrecht was het in september 2013, toen het eerste oordeel werd gegeven, nog prematuur om te spreken van bewuste manipulatie. Dat laat een UU-woordvoerder weten in een reactie op het verschenen LOWI-rapport. De door de UU ingeschakelde deskundigen waren "niet volledig overtuigd" dat er sprake was van bewuste manipulatie.   

Omdat bij het eerste integriteitsonderzoek alleen maar werd gekeken naar één artikel, vond de UU dat er eerst meer onderzoek nodig was om "een zo zwaarwegend oordeel" als bewuste manipulatie uit te spreken. De woordvoerder: "Voordat je zo over iemand en zijn of haar wetenschappelijke carrière oordeelt, moet je uit oogpunt van zorgvuldigheid wel heel zeker van je zaak zijn. Daar hebben wetenschappers recht op,"

Toen het LOWI zich boog over de zaak-Dhonukshe was de Universiteit Utrecht ondertussen al begonnen met een tweede onderzoek naar Dhonukshe, omdat er signalen waren dat hij ook in andere artikelen had gemanipuleerd. "Door het voortschrijden van de tijd kon het LOWI al klachten ten aanzien van twee artikelen in de beschouwing betrekken en op basis daarvan komen tot een uitgebreider en verstrekkender oordeel", meldt de UU-woordvoerder. 

Het aanvankelijke oordeel van de UU leidde ertoe dat de twee Canadese biologen die de eerste klacht over Dhonukshe indienden (april 2013) om een second opinion vroegen bij het LOWI. Zij vonden het eerste oordeel van de UU veel te mild, zeker omdat de geraadpleegde deskundigen al wel sporen van manipulatie in het werk van Dhonukshe zagen.

Een van deze biologen, Geoffrey Wasteneys, haalde begin maart in vakblad Bionieuws fel uit naar de UU. “Ik heb diepe twijfels bij de integriteit van de Utrechtse integriteitscommissie. Als we niet in beroep waren gegaan bij het LOWI [...] zou Utrecht vrijwel zeker hebben vastgehouden aan de conclusie [dat het slechts gaat om onzorgvuldigheid, red.].”

Begin 2014 zou de Universiteit Utrecht Dhonukshe wel van fraude beschuldigden. Dit gebeurde na een tweede integriteitsonderzoek, waarbij naar het hele Utrechtse oeuvre (2007-2013) van Dhonukshe werd gekeken. Dit tweede onderzoek werd gestart omdat al tijdens het eerste onderzoek klachten binnenkwamen over andere artikelen waaraan Dhonukshe had meegewerkt.

Door het herhaaldelijk aantreffen van manipulaties kwam de UU na het tweede onderzoek tot een scherper oordeel over Dhonukshe. De universiteit zag toen dat "vanwege aard en frequentie van de gevonden manipulaties en het feit dat deze gedurende een opeenvolgend aantal jaren hebben plaatsgevonden, deze in ieder geval ten dele bewust moeten hebben plaatsgevonden”. 

Met andere woorden: de manier waarop met figuren in de artikelen in gerommeld is zo ongebruikelijk en structureel, dat het moeilijk denkbaar is dat het per ongeluk is gebeurd. Dhonukshe zelf geeft aan dat hij slordig was, maar dat hij niet met opzet handelde.

Op 25 februari maakte de UU bekend dat Dhonukshe de wetenschappelijke integriteit heeft geschonden, en dat in vier artikelen was gemanipuleerd in het beeldmateriaal. Twee van de als verdachte publicaties zijn inmiddels teruggetrokken. Onduidelijk is of de manipulaties gevolgen hebben voor de conclusies van de artikelen. Co-auteurs Ben Scheres (Wageningen) en Jiri Friml (Wenen) zijn momenteel bezig om de experimenten in de verdachte artikelen te herhalen.

Advertentie