Dies stond in teken van versterken relatie met de stad door universitaire proeftuinen
“We leven in onzekere tijden”, begon rector Bert van der Zwaan zijn lezing bij de viering van de 381ste verjaardag van de universiteit. Het nationalisme wint terrein en de kloof tussen hoger en lager opgeleiden zorgt voor wantrouwen bij de laatste groep. En die tendensen raken de universiteit, zo constateerde hij. Globalisering staat onder druk en de universiteit wordt door menigeen gezien als geldverslindende organisatie.
Om die reden moet de universiteit volgens de rector aan de bak. De UU moet trachten de kloof tussen hoger en lager opgeleiden te dichten door heel concreet te bouwen aan de toekomst van de samenleving. En dat kan het best in de eigen stad. Hij noemde vijf universitaire proeftuinen, waar stad en universiteit samen onderzoek doen naar oplossingen voor maatschappelijke problemen. Als voorbeeld noemde hij het project ‘Gezond ouder worden’ waarin de universiteit samenwerkt met het Utrechtse Bartholomeus Gasthuis voor ouderen.
Stad en universiteit zitten op goud
Het thema van de Dies was Town and gown ofwel de relatie tussen academici en niet-academici in de stad. Een thema waar ook burgemeester Jan van Zanen op inging. “De stad en de universiteit zitten op goud”, hield hij het publiek voor. Hij onderschreef de suggestie van de universitaire proeftuinen en noemde een paar voorbeelden van bestaande projecten, zoals Healty Urban City, waar DUB gisteren over schreef. Maar ook het project Smart Solar Charging dat zich bezighoudt met het met zonne-energie opladen van elektrische voertuigen, UGlobe het nieuwe onderwijs- en onderzoeksinitiatief in de binnenstad over onder meer mensenrechten en het project aan de Einsteindreef in Overvecht waar studenten gaan samenleven met vluchtelingen.
Ook Diesredenaar en hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer ging in op dit thema. Hij constateerde dat de relatie van de universiteit met de stad altijd een productieve kant heeft, maar ook een conflictueuze. Hij gaf voorbeelden van Oxford waar de universiteit open staat naar de wereld, maar vaak met de rug gekeerd staat naar de stad.
Nieuwe campus UU achter de Jaarbeurs
Net als Van der Zwaan ziet Hajer dat iedereen meer en meer in zijn eigen bubbel leeft. Ook geeft hij aan veel reacties komen uit de onderbuik en dat de alternatieve feiten hoogtij vieren. Hij constateert dat wetenschappers de neiging hebben zich terug te trekken in "het kasteel van de feiten". Dat vindt hij niet goed. Het gaat er volgens hem niet om mensen met feiten te overtuigen, maar om ze hoop en uitzicht te bieden. “Ik zie dat mensen minder bang zijn voor klimaatverandering dan voor de rigoureuze waarschuwingen en maatregelen waarmee politici en wetenschappers komen om dat probleem op te lossen.”
Volgens Hajer is het de taak van de wetenschap om mensen perspectief te bieden en met verbeelding te laten zien hoe het post-fossiele tijdperk eruit zou kunnen zien. Heel direct contact tussen stad en universiteit is daarbij nodig. Hajer denkt aan living labs, ook een soort universitaire proeftuinen. Maar hij kwam ook met een bijzonder plan. Zijn suggestie is om tussen de Jaarbeurs en het Merwedekanaal een nieuwe campus, dichtbij de stad te bouwen. Nu staat er voor dit gebied huisvesting gepland.
Eredoctoraten en docentenprijzen
Tijdens de Dies presenteerde de universiteit de Utrecht Young Academy, een groep uitverkozen jonge talentvolle Utrechtse academici. Ook zij hadden een idee om een brug te slaan tussen universiteit en stad. De jonge academici hebben een spel ontwikkeld waarbij basisscholieren een oplossing moeten vinden voor een mysterieuze ziekte die zijn intrede in Utrecht heeft gedaan.Zo leren jongeren al heel jong wetenschappelijk te denken.
Naast deze stadse onderwerpen was er in het programma nog ruimte voor andere onderdelen. Zo ontvingen twee wetenschappers een eredoctoraat. Een ervan is de Duitse hoogleraar bio-informatica Peer Bork, hoofd van de eenheid voor structurele en computationele biologie op het Europees laboratorium voor moleculaire biologie (EMBL) in Heidelberg. De ander is de Amerikaanse Sangeeta Bhatia. De laatste werkt als arts, hoogleraar, ingenieur en ondernemer op het gebied van nieuwe technologieën en nanomaterialen ten behoeve van leverregeneratie en de diagnostiek en behandeling van kanker.
De studentjuryleden van de docentenprijzen mochten dit jaar de prijs aan economiedocent Alexei Karas van University College Roosevelt als Docent van het Jaar en natuur- en scheikundedocent Ingmar Swart als jong Docenttalent uitreiken. De laudatio werd voorgelezen door een vertegenwoordiger van de studieverenigingen die de docenten hadden voorgedragen.
Ook werd voor de tweede keer de Award voor Alumnus van het Jaar uitgereikt. Dit jaar aan DSM-voorman Feike Sijbesma die in zijn dankwoord uitlegde dat hij als bestuursvoorzitter niet kiest voor het grote geld, maar voor een duurzame toekomst van de planeet. Hij spoorde studenten en docenten aan hetzelfde te doen.
De muzikale omlijsting werd verzorgd door studentenkoor Dekoor. Door een misverstand konden de studenten hun derde lied niet ten gehore brengen. Dat werd goedgemaakt door het koor aan het einde van het programma de gelegenheid te geven het nummer alsnog te zingen. Dat ging wel ten koste van het Io Vivat. Dit traditionele lied werd volgens de rector hierdoor voor het eerst sinds lange tijd niet gezongen tijdens een Dies.